erfgoedobject

Herenhuis met koetshuis

bouwkundig element
ID
18981
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/18981

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis met koetshuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kazerne de Hollain
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Voormalig Sint-Machariuspesthuis en grote paardenvolkskazerne, heden kazerne Cdt. Jonkheer de Hollain.

Complex gebouw waarvan de straatgevel een groot gedeelte van de ene straatwand van de Brusselsepoortstraat beslaat. Strekt zich uit tot de rechteroever van de Nederschelde. Langgerekte vleugels omzomen een uitgestrekt noord-zuid-georiënteerd rechthoekige binnenplein met twee parallelle dwarsvleugels in de zuidelijke helft. De stichting van het pesthuis door de schepenen van de stad, vlakbij de Vijfwindgatenpoort en -brug, "up het Zand", dagtekent van 1582. Dit pesthuis verving een ander dat sinds 1580 ondergebracht was in een daartoe verbouwde kapel op de Groene Hooie nabij de Lange Violettestraat. Het zou pas sinds 1672 Sint-Machariuspesthuis genoemd worden. De instelling werd van 1668 tot 1672 herbouwd op kosten van de stad. Hoogstwaarschijnlijk werd de hof van het Sint-Machariuspesthuis in 1678 bezet door Franse troepen.

Het pesthuis bleef tot midden achttiende eeuw dienst doen als ziekenhuis voor besmettelijke ziekten. Volgens archiefstukken werden vanaf 1689 regelmatig zieke soldaten in het pesthuis ondergebracht. Sinds 1726 werd het een krijgshospitaal en was ook dienstig voor het logeren van soldaten. Van 1749 tot 1754 werd het pesthuis bezet als magazijn voor militair materieel. In de loop van de tweede helft van de achttiende eeuw werd de Sint-Machariuskazerne verhuurd als ruiterijkazerne aan de keizer van Oostenrijk. Volgens archiefstukken werden in 1754 op last van de schepenen van de keure kazernegebouwen en stallingen opgetrokken op de gronden van het Sint-Machariuspesthuis naar ontwerp van architect David 't Kindt: de oostelijke vleugel langs de Scheldeoever en de daaraan palende haakse zuidvleugel. Livinus Corthals, eigenaar van een deel van de gronden en gebouwen van het Sint-Machariuspesthuis, liet een deel van het oude pesthuis in 1784 slopen en vervangen door een herenhuis met classicistische lijstgevel, gesitueerd naast nummer 67. Tot 1792 werden de gebouwen zogenaamd grote paardenvolkskazerne verhuurd aan de keizer. De toenmalige U-vormige aanleg der gebouwen bleef tot nu behouden, doch er werden voornamelijk circa 1825 en ook later nieuwe vleugels voor paardenstallen toegevoegd terwijl bestaande herhaaldelijk aangepast en vernieuwd werden, voornamelijk naar ontwerp van architect Pierre de Broe. In 1821-1822 kwam een zestien traveeën brede vleugel naast het herenhuis uit het vierde kwart van de achttiende eeuw tot stand naar ontwerp van architect P. de Broe en daartoe werd het resterende gedeelte van het zeventiende-eeuwse pesthuis gesloopt. De nieuwe vleugel bevatte op de gelijkvloerse verdieping de portierswoning en stallingen, de bovenverdiepingen waren bestemd voor het logement der soldaten. De belangrijkste uitbreiding met kazernegebouwen dateert van en na 1835, nadat een achttal huizen met de bijhorende tuinen en terreinen aangekocht werden, gelegen voorbij het waterstraatje dat tot dan de zuidelijke begrenzing van de kazerne vormde. De lange straatgevel werd in zuidelijke richting verlengd en een haakse zuidvleugel met nieuwe paardenstallen werd opgetrokken naar ontwerp van architect P. de Broe. Circa 1936 werden de vleugels rondom het binnenplein aangepast en verhoogd.

In de noordwestelijke hoek van de kazerne aan de straat bevindt zich het onderkelderde breedhuis met negen traveeën en drie bouwlagen, onder schilddak (Vlaamse pannen), van 1784. De derde verdieping is volgens archiefstukken een verhoging van 1887 van een halve verdieping die aan het aanvankelijk tweelaagse herenhuis toegevoegd was.

Bepleisterde lijstgevel met dubbelhuisopstand op een gecementeerde natuurstenen plint welke voorzien is van rechthoekige keldervensters. Vlak omlijste rechthoekige vensters met oren op de eerste twee bouwlagen; benedenverdieping horizontaal gemarkeerd door een vlakke kordon, bovenvensters van de tweede verdieping met dunne druiplijsten en afgelijnd door een gelede kordon. Licht uitspringende en bredere middentravee met centraal deurvenster voorzien van een balkon gedragen door eenvoudige rolwerkconsoles en afgesloten door een sierlijke smeedijzeren leuning waarin de initialen D B verwerkt zijn. Volgens de tekening bij de originele bouwaanvraag van 1784 was het deurvenster voorheen bekroond met een gebogen fronton op bewerkte consoles en werd de middentravee voorts boven het hoofdgestel gemarkeerd door een versierde attiek eindigend op postamenten met siervazen. Rondboogpoort met booglijst met breed hol profiel op arduinen imposten en rechtstanden en met vlakke sleutel onder de als druiplijst dienst doende balkonplaat. Heden niet meer als toegang gebruikt. Gevel afgelijnd door een centraal gekorniste kroonlijst.

Van de originele binneninrichting bleef niets behouden.

Voormalig koetshuis uit vierde kwart achttiende eeuw gesitueerd achter het herenhuis naast de noordvleugel van de kazerne. Breedhuis van oorspronkelijk één bouwlaag en drie traveeën onder schilddak (Vlaamse pannen) met gecementeerde lijstgevel; licht uitspringende middentravee met deels gedichte rondboog met hollijst. Binneninrichting gewijzigd tot kleine celgevangenis, zogenaamd cachot.

Aansluitend rechtervleugel van drie bouwlagen en zestien traveeën, met zadeldak (Vlaamse pannen) van 1821-1822; bepleisterde lijstgevel begrensd door licht uitspringende poorttravee, links de hoofdingang van de kazerne, rechts een gedichte rechthoekige poort; rechthoekige vensters met lekdrempel. Gelijkaardige lijstgevel van tien traveeën daterend van de verlenging van de vleugel van circa 1835. De muurankers ter hoogte van de plint in de eerste vier venstertraveeën markeren een overwelfde kelderruimte met gedrukte kruisgewelven, een overblijfsel van het oude pesthuis.

Gecementeerde achtergevel bestaande uit vijfmaal drie venstertraveeën tussen brede pseudo-pilasters en rechts lijstgevel van zes traveeën, de voormalige portierswoning. Verbouwde muuropeningen voor de begane grond doch behouden indeling van de ruimten van de paardenstallen.

Oostvleugel met voorgevel uitziend op het binnenplein, opgetrokken volgens archiefstukken in 1754 naar ontwerp van architect David 't Kindt, verhoogd met één bouwlaag, vensters vergroot en gevel gecementeerd circa 1936. Oorspronkelijk een vleugel van twee bouwlagen onder schilddak, heden met plat dak; middenrisaliet van drie traveeën onder een licht gebogen fronton aanzettend op naar buiten gekeerde kwartcirkels, geflankeerd aan beide zijden door zes tussen pseudo-pilasters gevatte venstertravee en per travee een smalle deuropening vlak naast de pilaster. Begane grond van middenrisaliet grondig aangepast en voorzien van jaartallen 1678-1936.

Noordvleugel, volgens archiefstukken het zogenaamde gebouw van de patriotten, reconstructie van 1872, in dezelfde zin als de oostvleugel aangepast circa 1936.

Zuidvleugel haaks op de oostvleugel, eveneens van 1754 doch waarschijnlijk herbouwd circa 1825, in dezelfde zin als de noord- en oostvleugel aangepast circa 1936.

Uiterste zuidvleugel, volgens archiefstukken van 1817 en bestemd voor het stallen van zieke paarden, waarschijnlijk nog aangepast in de loop van de negentiende eeuw. Bakstenen lijstgevel met getoogde muuropeningen.

  • Stadsarchief Gent, reeks 535, bundel 27, nummer 18.
  • Stadsarchief Gent, reeks F., nummer 148(1), 2, 3, 4.
  • Stadsarchief Gent, Atlas Goetghebuer, F.142/D.81.
  • Stadsarchief Gent, Nota's Van Werveke, nummer 519.
  • ELAUT L. 1976: Gentse ziekenhuizen, Gent, 83-90.
  • HEINS M. 1916-1920: Gand, sa vie et ses institutions, deel 2, Gent, 22.

Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De kazerne De Hollain werd in 1996 aangekocht door de stad Gent. Na een architectuurwedstrijd werd een complex van 129 sociale woningen naar ontwerp van het Rotterdamse bureau Neutelings Riedijk Architects gerealiseerd. Deze opvallende nieuwbouw inspireerde zich op de typologie van de begijnhoven. Hierbij werden de 18de- en 19de-eeuwse vleugels van de vroegere kazerne gesloopt. Enkel het classicistisch herenhuis (nummer 69, 69A-E) van 1784, dat gebouwd werd ter vervanging van een deel van het oude pesthuis, met achterliggend koetshuis bleef behouden. Dit gebouw werd in 2001 omgevormd tot 16 appartementen door de sociale huisvestingsmaatschappij Gentse Maatschappij voor de Huisvesting.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Oorlogsgedenkteken Hollainkazerne

  • Is deel van
    Brusselsepoortstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis met koetshuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/18981 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.