erfgoedobject

Woning Pieter De Bruyne

bouwkundig element
ID
201063
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201063

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het oorspronkelijke neoclassicistische burgerhuis werd in 1972 door Pieter De Bruyne volledig heringericht en uitgebreid tot eigen woning, toonzaal en kantoor.

Historiek

De woning is in oorsprong een neoclassicistisch enkelhuis van drie bouwlagen en drie traveeën onder een zadeldak, en maakt deel uit van de homogene rijbebouwing van de Stationsstraat. Deze straat is de hoofdas van de Stationswijk, die in 1852-1856 samen met het station werd ontworpen door de Brusselse architect Jean-Pierre Cluysenaar. De Stationsstraat werd in de jaren 1850-1860 bebouwd met voorname burger- en herenhuizen in een homogene neoclassicistische stijl met accenten in Louis-Philippe en second empire. Ook de Woning Pieter De Bruyne dateert uit deze periode en vormt een geheel van gekoppelde enkelhuizen volgens spiegelbeeldschema met het aanpalende Stationsstraat 18. In tegenstelling tot dit laatste pand, dat zijn geveldecor tot op vandaag behield, werd de Woning Pieter De Bruyne omstreeks 1950 voorzien van een nieuwe bekleding in natuursteen, met behoud weliswaar van plint, deuromlijsting, lekdrempels en kroonlijst.

In 1972 werd de woning door Pieter De Bruyne zelf volledig heringericht en uitgebreid tot eigen woning, toonzaal en kantoor. De structuur en de trapzaal van het bestaande 19de-eeuwse woning werden hierbij grotendeels bewaard, het dakschild werd vooraan opengewerkt tot terras. De oorspronkelijke 19de-eeuwse interieurdecoratie (schouwen, schrijnwerk, stucplafonds, vloeren) werd verwijderd of althans volledig aan het zicht onttrokken door de nieuwe interieurinrichting. De gevel bleef vrijwel onaangeroerd, maar kreeg toch een nieuwe aanblik, zonder al te veel prijs te geven van het uitzonderlijke nieuwe interieur dat erachter tot stand kwam. Karakteristiek voor het nieuwe gevelbeeld zijn de inkomdeur, met een tegen een ronde spiegel geplaatste, hergebruikte gietijzeren deurgreep, het fijne metalen profiel van het vensterschrijnwerk, de opvallende blauwe beglazing van de bovenlichten en de ramen van de hoogste verdieping, en tenslotte de prismatische omlijsting van het middenraam op deze verdieping. In diezelfde campagne werd het pand aan de achterzijde uitgebreid met een identiek volume, van functionele aard maar met een andere vloerhoogte en een eigen trappenhuis van vier bouwlagen onder een plat dak. Op deze wijze werd een complex ruimtelijk geheel geconcipieerd, dat berust op een dubbele circulatie waarbij private woningvertrekken subtiel en doordacht gescheiden zijn van de kantoorruimten, zonder de nodige overgangen tussen beide uit te sluiten.

Beschrijving

De inkomhal annex traphal vormen samen met de ontvangstkamer annex toonzaal op het gelijkvloers en het kantoor-atelier op de eerste verdieping het publieke gedeelte gesitueerd in de 19de-eeuwse woning. Met uitzondering van de toonzaal vertoont dit publieke gedeelte een vrij sobere, functionele inrichting, De ontvangstkamer annex toonzaal werden ontworpen voor de eigen meubelontwerpen en de import van Italiaans verlichtingsdesign. Door de opdeling in duplex, waarbij de houten, rastervormige draagstructuur van het bovenliggende ‘rode salon’ zichtbaar werd gelaten, krijgt de toonzaal het karakter van een met rood vilt bekleed miniatuurtheater. Het kantoor-atelier, enkel bereikbaar via de trap, is bedoeld als functionele werkruimte voor de medewerkers van het ontwerpatelier.

De ‘blauwe kamer’ op de tweede verdieping van de 19de-eeuwse woning werd ingericht voor het beluisteren van muziek en als geestelijke rusthoek en inspiratiebron. De rustgevende blauwe kleur is symbolisch verbonden met de hemel en het heelal. Het is ook te bestempelen als “anti-natuur” aangezien de echte kleuren verdwijnen. Het invallend licht is vervormd daglicht die een eenheid vormt tussen de materialen. Dit is zonder twijfel de meest fascinerende en betekenisvolle ruimte van de woning. Een diatheek – verzameling als getuigenis van een reis - , een lichtschacht – referentie naar de barokkoepel, en de plaatsing van de blauwe kast – de blauwe kamer in gereduceerd schaalmodel, geven aan deze ruimte een thematische onderlaag. Ze verwijzen op hun manier naar de blauwe kamer in de woning van Goethe te Weimar, met de glazen kast met de schedels en de kast met herinneringen. Daarenboven werkt het blauwe vensterglas echter zowel materieel als geestelijk als buffer met de buitenwereld. De buitenwereld wordt volledig weggefilterd. Zelfs bij een kortstondige aanwezigheid in deze kamer brengt het blauwe licht voor het oog een complementaire werking teweeg, waardoor elk wit voorwerp zich als oranje vertoont. De traphal is niet toevallig in ditzelfde oranje geschilderd. Aansluitend bevindt zich het volledig witte privé-atelier met bibliotheek, een ‘studiolo’ met zicht op de wereld, dat via een in glas overkoepeld trapportaal in verbinding staat met de slaapkamer van de ouders in de nieuwbouw. Een reeks van schermen, hetzij gesloten hetzij met glas, laat de verschillende ruimtes op deze verdieping scenisch in elkaar overvloeien of onderverdelen. Naar wens kan het zenitale licht infiltreren in de witte ontwerphoek, of kan de ruimte afgesloten worden, of grotere perspectieven gecreëerd worden. Deze ruimte kan tevens geïntegreerd deel uitmaken van de private woonzones of als autonome ruimte fungeren.

De zolderverdieping van de 19de-eeuwse woning is ingericht als een luchtige, onafhankelijke gastenkamer, enkel bereikbaar via de bestaande trap, met zichtbare baksteenwanden en houten dakspanten, een badcel met slaappodium bovenop en een bescheiden dakterras. Een schuin geplaatste sokkel met een dierenschedel, mondt als lichtschacht uit in de ‘blauwe kamer’.

De ‘rode kamer’ is ingericht in de duplex van de toonzaal in de 19de-eeuwse woning, maar is enkel bereikbaar via het niveau van de leefkamer op de eerste verdieping van de nieuwbouw. Deze gesloten ruimte biedt via een centrale vloeropening onder de salontafel doorkijk naar de toonzaal en via een luik centraal in de achterwand naar de niet meer aanwezige kroonluchter van de ontvangstruimte. Binnen een perfect vierkant vult de omlopende cirkelvormige bank de ruimte volledig op.

De leefkamer neemt samen met de keuken de volledige eerste verdieping in beslag, slechts gescheiden door een berging en het centrale keukenblok en naar het binnenterrein geopend via een volledig glazen pui.

De tweede verdieping van de nieuwbouw, enkel bereikbaar via de wenteltrap vanuit de leefkamer, herbergt de twee slaapkamers en de badkamer van de kinderen. Beide slaapkamers kunnen via een schuifwand verbonden of afgesloten worden. Een centrale wandnis in het trapportaal laat licht door van en naar het lager aanpalende kantoor-atelier.

De derde verdieping van de nieuwbouw wordt ingenomen door de slaapkamer van de ouders met geïntegreerde badcel. Via het met glas overkoepelde trapportaal met wintertuin, geflankeerd door een bescheiden open patio, is een directe verbinding mogelijk met het privé-kantoor. Zoals hoger vermeld zorgt een opeenvolging van schuivende panelen hier voor een maximum aan flexibiliteit. Zo ook in de slaapkamer zelf, waar een schuifwand ingewerkt tussen de vaste kastenblokken van het bad- en slaapgedeelte toelaat de ruimte over de volle lengte op te delen, tussen de bedden in. De heldere, sober uitgeruste badcel, met zicht op de patio, lijkt een transpositie uit de eigentijdse Japanse woning. De blauwe en witte elementen in de badkamer verwijzen naar licht en water.

Inkomhal

De wanden en het verlaagd plafond zijn afgewerkt met panelen overtrokken met zwart imitatie leder. Ter hoogte van de voordeur is het plafond verhoogd en in deze verhoging werd de luchter gehangen. Een metalen stellingwand tussen inkomhal en toonzaal bevat een horizontaal raam tegen het plafond. De vlakke witte voordeur is voorzien van een deurgreep op een oranje geschilderde ronde metalen plaat.

Traphal / vestiaire

Aansluitend bij de inkomhal is de traphal uitgevoerd in een contrasterende afwerking namelijk wanden en plafond afgewerkt met een oranje geschilderde structuurpleister en een vloer met rechthoekige zwarte ceramische tegels. De steektrap met houten treden is bekleed met donkerbruin vasttapijt, maar de twee eerste treden zijn uitgevoerd in wit/grijze marmer en verder is de trap voorzien van een glanzend wit geschilderde strakke borstwering. Onder de trap werd de uitgekaste toegang tot de kelder uitgevoerd in mat witte formicapanelen en -deur.

Op de eerste verdieping zijn de vlakke witte deuren van de tekenateliers omlijst en met elkaar verbonden door een wandbekleding in grijze formicapanelen. De trapzaal blijft uitgevoerd in een oranje geschilderde structuurpleister. De trap met eenvoudige balusters is vanaf de eerste verdieping glanzend wit geschilderd en de treden blijven bekleed met donkerbruin vasttapijt. Het hoogste gedeelte van de trapzaal is bekleed met blauw geschilderde houten panelen. Een omlijste rechthoekige grijze muurnis met twee glazen tabletten en bovenaan rechthoekig klapraampje met zicht op het daktuintje, bevindt zich in de trapzaal tussen de tweede verdieping en de zolder.

De vestiaire aansluitend bij de traphal is voorzien van een wit/grijze ceramische vloer en een houten planchettenplafond. Via de vestiaire is er toegang tot het voormalige atelier dat op het moment van bescherming een eenvoudige open ruimte onder plat dak is.

Ontvangstruimte

Gelegen aan de straatzijde zijn de wanden en het verlaagd plafond bekleed met witte formicapanelen en de plankenvloer is bekleed met grijs vasttapijt. Centraal in het plafond bevindt zich een kamerbrede rechthoekige uitsparing bekleed met zwarte formicapanelen. In deze uitsparing is tevens een visuele verbinding met de rode zitkamer op de eerste verdieping. De rechthoekige ramen zijn voorzien van een bovenlicht met blauw glas.

Toonzaal

Aansluitend bij de ontvangstruimte is de kleine vierkante tentoonstellingskamer gelegen. De wanden zijn voorzien van formicapanelen bekleed met rood vilt en tussen de panelen werden smalle spiegels aangebracht. De houten plankenvloer, de omlopende rechthoekige en centrale sokkels zijn bekleed met grijs vilttapijt. Het plafond wordt gevormd door een verlaagde metalen balkstructuur ingevuld met houten balken die vierkante cassetten vormen ingevuld met witte formicapanelen. Centraal in het plafond bevindt zich een ronde beglaasde opening gelegen onder de ronde tafel van de rode kamer op de tussenverdieping.

Kantoor-atelier (vooraan)

Gesitueerd aan de straatzijde op de eerste verdieping zijn de wanden en het verlaagd plafond bekleed met witte formicapanelen. Tegen de ramen bevindt zich een verhoging waarin verlichtingsarmaturen zijn aangebracht. De witte vlakke paneeldeuren zijn gevat in een eenvoudige houten omlijsting. De plankenvloer is bekleed met grijs vilttapijt. De rechthoekige ramen zijn voorzien van een horizontale drieledige verdelingen bevatten een smal vast onderpaneel in ondoorzichtig mat glas. Centraal is een kantelraam en vast bovenlicht met blauw glas voorzien. Een tussenwand in glas en formicapanelen vormt de scheiding tussen de twee tekenruimten.

Kantoor-atelier (achteraan)

Deze ruimte heeft dezelfde afwerking als het kantoor-atelier aan de straatzijde, dus wanden en plafond afgewerkt met witte formicapanelen en houten vloer met grijs naaldvilt. De centrale beglaasde rechthoekige wandnis vormt de verbinding met de traphal van de slaapkamerverdieping van de kinderen op de tweede verdieping van de nieuwbouw.

'Blauwe kamer'

Gelegen aan de straatzijde op de tweede verdieping van de bestaande woning zijn de wanden en het verlaagd plafond van deze muziekkamer uitgevoerd met panelen bekleed met blauw vilt gevat in een metalen frame. De straatgevel is bekleed met vlakke, blauw geschilderde, houten panelen. De drie ramen zijn voorzien van blauwgekleurd glas. De deur is geflankeerd door spiegels. In het verlaagde plafond is er centraal een vierkante zichtkoker gerealiseerd naar de zolderverdieping. Deze zichtkoker wordt geflankeerd door twee schuin naar elkaar toe gerichte met vilt beklede balkvormige plafondopbouwen. De verhoogde houten vloer is volledig bekleed met blauw vilttapijt doorlopend over de sokkels.

Privé-atelier

In open verbinding met de 'blauwe kamer' zijn de wanden van dit privé-atelier ingenomen door de kamerbrede en -hoge bibliotheekkasten. Een dubbele schuifdeur in wit formica vormt de verbinding met de traphal en de slaapkamer op de derde verdieping van de nieuwbouw. Het verlaagde plafond bestaat uit witte formicapanelen gevat in een metalen frame. Een schuin geplaatste monumentale lichtbak is uitgevoerd in witte formicapanelen waarin neonverlichting geplaatst. De houten vloer is bekleed met grijs vasttapijt.

Gastenkamer

Gerealiseerd op de zolder van de 19de-eeuwse woning zijn de muren in zichtbaar metselwerk en is de dakstructuur bekleed met witte formicapanelen gevat in een metalen frame. Slechts één dakgebint is zichtbaar. Aan de straatzijde bevindt zich een gevelbreed raam met centrale schuifdeur uitgevend op een balkon. De vloer is verhoogd en bekleed met oranje vilttapijt en de zijstroken zijn opgevuld met keien. De lichtkoker naar de blauwe kamer is uitgevoerd in wit formica. Bij de haard werd een zitkuil gevormd. De haardvloer met witte tegels is identiek aan de vloerbekleding van het balkon. Tegenover de toegangsdeur tot de gastenkamer bevindt zich de rechthoekige in witte formicapanelen uitgevoerde cel met toilet en bergkast en bovenop het bed dat bereikbaar is via een wit geschilderde metalen ladder.

'Rode Kamer'

Gelegen op een tussenverdieping van de 19de-eeuwse woning is de vierkante rode kamer enkel bereikbaar via de eetkamer op de eerste verdieping van de nieuwbouw. De wanden zijn hier afgewerkt met rood vilt en centraal geeft een kleine zwarte rechthoekige koker afgesloten met een vlak luikje doorzicht naar de ontvangstruimte. Het plafond met platen overspannen met rood vilt is gevat in een metalen frame. Een centrale ronde spiegel bevindt zich dus boven de ronde salontafel. De vloer werd bekleed met beige/grijs vasttapijt en onder de ronde tafel geeft een rond glas doorzicht naar de tentoonstellingsruimte.

Leefkamer

Gelegen op de eerste verdieping van de nieuwbouw is dit een rechthoekige ruimte met ingebouwde rechthoekige keukenblok. De wanden zijn bekleed met witte formicapanelen en het plafond met beige geschilderde smalle houten stroken. De vloer is voorzien van een blauw/grijs geaderde linoleumbekleding. Een open wenteltrap naar de slaapkamerverdieping is uitgevoerd in zwart gelakt metaal met treden in wengé. Gevelbrede schuiframen in aluminium verlenen toegang tot het gevelbrede terras waar de terrasmuur afgedekt is met dekstenen en bekleed met geglazuurde witte tegels. De vloer is uitgevoerd in vierkante beige ceramische tegels.

Keuken

De smalle rechthoekige keukencel heeft dezelfde linoleumbevloering als in de eetkamer/leefkamer. Schuifdeuren in wit formica sluiten de keuken af van de eetkamer. Boven het kookfornuis en de afwastafel zijn vierkante wandtegels (24,5 /24,5) van het merk Melotti met verticale strepen in licht grijs en licht blauw aangebracht.

Kinderkamers

Gelegen op de tweede verdieping van de nieuwbouw omvat deze verdieping een hal met wenteltrap, een grote ingemaakte kast met centraal doorzicht naar de tekenkamer, een badkamer en aan de tuinzijde twee identieke compacte slaapkamers.

De hal is voorzien van een strokenparket in wengé en de slaapkamers van een oranje vilttapijt. De wanden zijn afgewerkt met witte formicapanelen en het plafond van hal en slaapkamers met witgeschilderde smalle houten stroken. De achterwand van de kleerkasten zijn voorzien van papierbehang met eenzelfde bloemmotief doch verschillende kleuren namelijk wit/goudgeel/grijs en geel/wit/grijs. Vlakke witte paneeldeuren in een houten omlijsting met hebben inox deurkrukken. De wand tussen de slaapkamers in formica bevat een brede schuifdeur en bekleding met beige vilt (prikbord). Er bevinden zich gevelbrede aluminium schuiframen boven de werkbladen.

Badkamer kinderen

De badkamercel gelegen in de traphal tegenover de spiltrap is volledig opgebouwd met panelen van witte formica, terwijl de vloer uitgevoerd is met panelen van blauwe formica. Vierkante ceramische blauw gevlekte witte tegels van het merk Melotti bevinden zich boven de wastafel.

Slaapkamer ouders

Gelegen op de derde verdieping van de nieuwbouw is deze ruimte via een traphal verbonden met het privé-atelier van Pieter De Bruyne. De hal tussen het privé-bureel en de traphal is voorzien van een V-vormig dakraam gevat in een zwart metalen structuur. De wanden zijn opgebouwd met witte formicapanelen en de witte deuren zijn gevat in een houten omlijsting. Als bevloering komt een strokenparket in wengé voor. Tussen de hal en de traphal bevindt zich een beglaasde schuifdeur. In de hal bevinden zich licht uitspringende legkasten met groene deuren, alsook een grote vierkante plantenbak en een raam naar de kleine daktuin. Deze kleine daktuin is voorzien van keien en een centrale ronde plantenbak. De omringende bakstenen muren van de daktuin zijn afgewerkt met leien.

In de traphal tegenover de trap is een toilet ingeplant met zicht op de daktuin.

De rechthoekige slaapkamer met ingebouwde vierkante badkamercel heeft wanden voorzien van panelen overtrokken met bruin imitatieleder, gevat in een metalen frame. Het plafond bestaat uit licht beige geschilderde houten stroken, de vloer uit oranje/bruin vasttapijt. Verder zijn er gevelbrede aluminium schuiframen en gevelbrede houten venstertablet aanwezig.

De vierkante badkamercel is opgebouwd uit witte formicapanelen en afsluitbaar met schuifdeuren. De verhoogde vloer is voorzien van vierkante zilvergrijze ceramische tegels van het merk Melotti. Het plafond van formicapanelen is gevat in een metalen frame en overtrokken met oranje imitatieleder. Een smal verticaal raam rechts van de lavabo geeft zicht op de daktuin.

  • BEKKERS L. 1988: Pieter De Bruyne, de ontwerper als kunstenaar, Ons Erfdeel 31.2 (maart-april), 175-181.
  • BOUCHEZ H. 2003: Het woonhuis van Pieter De Bruyne, Knack weekend 41 (8-14 oktober), 60-66.
  • DAENENS L., DEFOUR F. 1991: Meubeldesign en kunst. Pieter De Bruyne, Frans Van Praet, Emile Veranneman, Brussel, Gemeentekrediet, 29-45.
  • KIECKENS C. 2000: De meubelkunst van Pieter De Bruyne, onuitgegeven nota.
  • NORBERG-SCHULZ C. en VANDERPERREN J. 1980: Pieter De Bruyne 25 jaar Meubels, Gent.
  • SCHOFIELD M. (red.) 1978: Decorative Art and Modern Interiors 1978, Volume 67, London, New York, 38-45.
  • VALCKE J. 1987: Naar de essentie van het meubel, Belgisch kreatief ambacht 23.3, 3-10.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002322, Architectenwoningen in Oost-Vlaanderen
Auteurs: Wylleman, Linda; Lanclus, Kathleen; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Pieter De Bruyne [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201063 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.