erfgoedobject

Beluik der Gefusilleerden

bouwkundig element
ID
205254
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/205254

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het 'Beluik der Gefusilleerden' wordt ook wel de 'Hof van Aurora' genoemd, naar een klein kasteel dat o.m. enkele jaren bezet werd door de maatschappij 'Aurore'. Dit kasteeltje bevond zich vlakbij de Kartuizerkazerne. In 1879 werd de grond van het kasteeltje verkocht om de uitbreiding van de kazerne mogelijk te maken. Op deze plek brachten de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog de ter dood veroordeelden vóór het executiepeloton.

Tijdens de 'Grooten Oorlog' werden 15 personen door het Duitse 'Feldgericht' (krijgsraad) in Brugge ter dood veroordeeld. Slechts aan 2 van hen werd genade verleend, namelijk dankzij de tussenkomst van burgemeester graaf Visart de Bocarmé aan Anna De Beir (geboren Lowyck) en dankzij de tussenkomst van Markies de Villalobar (Spaanse gezant te Brussel) aan Ulysse Knapen. Beiden waren beschuldigd van spionage. Volgens andere bronnen zou ook A. Barbier, directeur van de gevangenis, aan de doodstraf ontsnapt zijn. Hij had burgerkleren geschonken aan Belgische soldaten.

Doodstraf werd door de Duitse bezetter uitgesproken bij vermeende actieve hulp aan de tegenstander. De terechtstelling van de 13 ongelukkigen diende steeds te gebeuren bij aanwezigheid van 2 getuigen die lid waren van het stadsbestuur. August Sucaud, een Fransman die Franse en Engelse dagbladen verkocht, werd beschuldigd van spionage en terechtgesteld op 4 december 1914. Op 17 september 1915 werden 6 mannen terechtgesteld: Albert Achtergael, een zeekapitein uit Gent; 2 handelaars uit Blankenberge, namelijk René en Louis Van Eecke; landbouwer Emiel Van Verdeghem uit Aalter; metser Prudent De Wispelaere uit Brugge en handelaar Ferdinand Slock uit Deinze. Op 8 mei 1916, dag van de Heilig Bloedprocessie in Brugge, werden 3 mannen terechtgesteld: de gepensioneerde wachtmeester Jules Delaplace uit Sint-Kruis, spoorwegarbeider Charles Titeca uit Sint-Michiels en arbeider Jules Desloovere uit Brugge. Op 28 juli 1916 was het de beurt aan kapitein Fryatt uit Dover, bevelhebber van een Brits koopvaardijschip. Hij was veroordeeld als 'vrijschutter'. Tekenaar Abel Rivière uit Brugge en werkgeleider Brion Leopold uit Wenduine waren aangehouden omwille van 'bespieding'. Zij werden op 2 augustus 1916 geëxecuteerd.

Onmiddellijk na de oorlog werd het plan opgevat om de 'Aurorahof' om te vormen tot een herdenkingsplaats. Er werd een comité opgericht op initiatief van gouverneur Janssens de Bisthoven. In de plaatselijke pers werden inschrijvingslijsten geopend. De militaire overheid was bereid om grond van de 'Aurorahof' af te staan aan de stad. Stadsarchitect Salmon werd belast met de plannen voor de inrichting van het beluik.

De stadsarchitect stelde voor om de muur met de kogelgaten te bewaren voor het nageslacht. Via plaatjes met opschrift zou aangeduid worden waar welk slachtoffer geëxecuteerd werd. De opschikkingswerken werden verzorgd door L. Moerman en J. Content. P.W. Legon zorgde voor de gedenkzuilen uit witte natuursteen.

Een koperen plaat voor Captain Fryatt werd gegraveerd door de Brugse graveerder Verstraete, terwijl Michel d'Hont instond voor een gedenksteen vanwege de scholen. De inrichting werd betaald met o.m. een subsidie van stad Brugge en een bedrag van de 'Great Eastern Railway Cy', waarbij Captain Fryatt in dienst was. De steden en gemeenten waar de slachtoffers woonachtig waren, schonken een bijdrage, scholen organiseerden omhalingen. De afzonderlijke zuilen voor de gefusilleerden, 300 fr. per stuk, werden betaald door private organisaties, zoals 'Rust Roest', 'Cercle des officiers', het 'Engels klooster',… In het totaal boekte men 32.750 fr. aan inkomsten.

Het beluik werd ingewijd op 7 mei 1922. De plechtigheden werden georganiseerd door 'Brugge Voorwaarts' en werden voorafgegaan met een optocht doorheen de stad. Onder de aanwezigen waren de volgende personaliteiten: de vertegenwoordiger van de Koning, luitenant-generaal Lemercier, baron Ruzette, minister van Landbouw en Openbare Werken, generaal de Longueville, mgr. G.J. Waffelaert, bisschop van Brugge, kolonel Préaux, provinciecommandant, vertegenwoordigers van de rechterlijke macht, de schepenen van Brugge. Verder waren er vertegenwoordigers van de steden Parijs en Rijsel en van de Engelse 'Great Eastern Railway' aanwezig, naast de familie van de slachtoffers en andere belangstellenden. Toespraken werden gehouden door de gouverneur van West-Vlaanderen, baron L. Janssens de Bisthoven, de heer Caire voorzitter van de Parijse gemeenteraad, Lord Hamilton, voorzitter van de beheerraad van de 'Great Eastern Railway' en de heer Ryelandt, eerste schepen van Brugge, in vervanging van de burgemeester graaf Visart de Bocarmé (die ziek was) en tenslotte door minister baron Ruzette. De plechtigheid werd afgesloten met het Belgische volkslied, de Marseillaise, God Save the King en de Vlaamse Leeuw. Op 19 juni 1922 bracht het Belgische vorstenpaar er een bezoek.

Op 17 oktober 1926 werd een gedenkplaat onthuld voor Markies de Villalobar. Deze gedenkplaat kwam er op het initiatief van C. Tulpinck. Hij vroeg in een brief van 18 september 1926, na het overlijden van markies de Villalobar (9 juli 1926), een gedenkplaat aan te brengen aan de voorgevel van het gerechtshof op de Burg, ter herinnering aan het feit dat de markies 'het leven redde van één onzer medeburgers' (Ulysse Knapen). Het stadsbestuur gaf er de voorkeur aan om de plaat aan te brengen in het beluik. De plaat werd onthuld op 17 oktober 1926.

In 1938 werd de oorspronkelijke muur met kogelgaten vervangen. In 1979-1980 werden de kazernegebouwen afgebroken. Ook de muur met de gedenkplaat voor de scholen verdween. De gedenkplaat werd opnieuw gemetseld in de buitenmuur van het nieuwe gerechtsgebouw, maar de onderste strook van de plaat is verdwenen.

In de tuin staat o.m. een schijncipres, die net als de verwante Levensboom wel vaker voorkomt op bijvoorbeeld begraafplaatsen omwille van zijn winterhard, groenblijvend karakter.

Beschrijving

Ommuurde tuin met grasveld waarop 13 gedenkzuiltjes op een rij staan. Het gaat om rechthoekige zuiltjes uit witte natuursteen, bovenaan afgewerkt met een volutenkapiteel en bekroond met een gestileerde vlam gebeeldhouwd in de vorm van een acanthusblad. Vooraan in iedere gedenkzuil zijn de gegevens van het slachtoffer gegrift en in vergulde letters aangebracht. Onderaan wordt steeds de organisatie vermeld, die het gedenkzuiltje sponsorde.

Afmetingen zuiltje: hoogte 148 x breedte 31 x diepte 31 cm Uitvoering: J. Moerman en J. Content (niet gesigneerd) (opschikkingswerken); F.W. Legon (niet gesigneerd) (gedenkzuilen). Op één van de zuiltjes staat: 'CAPT. FRYATT / CHARLES OF / SOUTHAMPTON / DIED FOR HIS / KING AND / COUNTRY ON / JULY 27TH / 1916 AT THE / AGE OF 44', 'ERECTED BY THE / ENGLISH CONVENT / BRUGES'. Uitgehouwen en vergulde letters.

Links en rechts van de toegang tot het beluik hangen twee rechthoekige platen uit witte natuursteen, met eenvoudige geprofileerde omlijsting en met rood beschilderde, uitgehouwen letters (hoogte 131 x breedte 79 cm). Links met de volgende tekst: 'EN L'HONNEUR DES GLORIEUSES / VICTIMES FUSILLEES A BRUGES / PAR LES ALLEMANDS / EN 1914-1915 ET 1916 AU COURS / DE LA GRANDE GUERRE. / AMENAGEMENT DE L'ENDROIT / DE LEUR SUPPLICE DANS LE / DOUBLE BUT: / DE PRESERVER DE TOUTE / MUTILATION ET DE CONSERVER / COMME UN RELIGIEUX SOUVENIR / LE MUR QUI PORTE L'EMPREINTE / DES BALLES DU PELOTON / D'EXECUTION: / DE RAPPELER AUX GENERATIONS / AVEC LES NOMS DES MARTYRS / COMMENT ON SACRIFIE TOUT / MEME SA VIE, POUR LA PATRIE'. / 'INAUGURE LE DIMANCHE 7 MAI 1922'. Rechts met de volgende tekst: 'TER EERE DER ROEMRYKE / SLACHTOFFERS DOOR DE / DUITSCHERS TE BRUGGE / TYDENS DEN WERELDOORLOG / IN 1914-1915 EN 1916 DOODGESCHOTEN. / OPSCHIKKING DER PLAATS / HUNNER TERECHTSTELLING / MET HET DUBBEL DOEL: / TE VOORKOMEN DAT DE MUUR / DIE DE SPOREN DER KOGELS / VAN HET UITVOERINGSPELOTON / DRAAGT OP WELKDANIGE WYZE / VERMINKT WORDE OPDAT HY ALS / EEN DUURZAAM AANDENKEN / BEWAARD BLYVE: / AAN HET NAGESLACHT MET DE NAMEN / DER MARTELAARS TE HERINNEREN / HOE MEN ALLES ZELFS HET LEVEN / VOOR HET VADERLAND TEN BESTE GEEFT'. / 'INGEHULDIGD DEN ZONDAG 7 MEI 1922'.

Binnen rechts van de toegangspoort hangt een gedenkplaat voor de inbeslagname van het schip van de Britse kapitein Ch. Fryatt 22/23 juni 1916. Koperen plaat met eenvoudige rechthoekige omlijsting uit witte natuursteen met tweetalige tekst en een schets van het schip (hoogte 50 x breedte 57 cm). 'The SS Brussels belonging to the / Great Eastern Railway Company / & commended by Captain Fryatt / was captured by the Germans on the 22/23 / rd June 1916 near the Schouwen Bank'. / 'This plate belonging to the SS Brussels / has been offered by the British War Office'; / 'De 'SS Brussels' deelmakende van de / vloot der Great Eastern Railway / Company onder bevel van Kap. Fryatt / door de Duitschers den 22 23 Juni 1916 ter / hoogte van den Schouwen Bank gekaapt', / 'Pantserplaat van de 'SS Brussels' aange / boden door het Britsch Departement van Oorlog'. Op de omlijsting staat: 'IN MEMORIAM / S.P.O.B.'. Omlijsting met gele, uitgehouwen letters.

Uitvoering: Ern. Verstraete (gesigneerd).

Binnen links van de toegangspoort hangt een gedenkplaat voor de ter beschikkingstelling van de gronden. Rechthoekige plaat uit witte natuursteen met eenvoudige omlijsting (hoogte 50 x breedte 57 cm). 'DEZE GRONDEN / WERDEN MILDELYK / DOOR HET DEPARTEMENT / VAN LANDSVERDEDIGING / TER BESCHIKKING GESTELD'. Uitgehouwen, rood beschilderde letters.

Tegen de verste muur hangt volgende gedenkplaat: Rechthoekige plaat uit witte natuursteen met geprofileerde omlijsting, bovenaan in een segmentboog uitgewerkt, met twee oortjes aan de uiteinden. Het geheel is versierd met laurierbladtrossen, rozetten en guttae. Bovenaan in het midden prijkt het Belgische wapenschild met een kroontje erboven (hoogte 104 x breedte 105 cm). '1914 1918', links: '... UN PAYS QUI SE / DEFEND S'IMPOSE AU / RESPECT DE TOUS: / CE PAYS NE / PERIT PAS. / (DISCOURS DU ROI AUX / CHAMBRES LE 4 AOUT 1914.)'; RECHTS: '... EEN LAND DAT ZICH VERDEDIGT DWINGT / DEN EERBIED AF VAN / ALLEN: ZULK LAND / VERGAAT NIET / (UIT 'S KONINGS AANSPRAAK / TOT DE KAMERS OP 4 OOGST 1914).' en onderaan 'ALBERT'. Uitgehouwen rood en geel beschilderde versieringselementen.

Rechts van het 'Beluik der Gefusilleerden', aan de achterzijde van de toegangspoort hangt de gedenkplaat voor markgraaf Villalobar: Rechthoekige ingemetselde plaat uit witte natuursteen met sterk geprofileerde architecturale omlijsting, met oren in de bovenhoeken, die ondersteund worden door volutevormige acanthusbladeren. Drie wapenschilden, waaronder dit van Brugge en onderaan vermoedelijk dit van de markies van Villalobar, het derde werd niet geïdentificeerd (hoogte 63 x breedte 88 cm). 'AAN ZYNE EXCELLENTIE / MARKGRAAF DE VILLALOBAR / EEREBURGER DER STAD BRUGGE. / GEZANT VAN ZYNE KATHOLIEKE / MAJESTEIT DEN KONING ALFONS XIII. / GROOT WELDOENER VAN / HET BELGISCHE VOLK. / 1914 1918'. Uitgehouwen en geel beschilderde letters.

De tuin is volledig ommuurd en wordt afgesloten met een hoog smeedijzeren hek. In de tuin staan behalve de gedenkzuiltjes o.m. aucuba, een houten kruisbeeld onder zadeldakje en een schijncipres.

  • S.N. 1982: Brugge en de zee. Van Brygghia tot Zeebrugge, Antwerpen.
  • DE SCHAEPDRIJVER S. 1999: De Groote Oorlog. Het koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog, Amsterdam.
  • JACOBS M. 1996: Zij, die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 2, Brugge.
  • VANHOUTRYVE A. 1990: Brugse gedenkstenen en herdenkingsplaten. Historische analyse en retrospectieve. Brugge.

Bron: Beschermingsdossier DW002456
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Beluik der Gefusilleerden [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/205254 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.