erfgoedobject

Hoeve Goed ter Coutere

bouwkundig element
ID
205305
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/205305

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Goed ter Coutere
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Goed ter Coutere
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Goed "Ter Coutere"; historische hoeve met losse bestanddelen daterend van de 18de en de 19de eeuw; site teruggaand tot de 15de eeuw.

Benaming verwijzend naar de heerlijkheid ter Coutere, de belangrijkste heerlijkheid van Bavikhove, gelegen tussen de Vaarnewijkbeek en de huidige Rijksweg (leen gehouden van het leenhof van Harelbeke of de heerlijkheid ter Kercke). Het toponiem "couter" verwijst naar grote bebouwde open akkers, de oudst ontgonnen gronden.

Opgenomen in de niet-limitatieve lijst van merkwaardige gebouwen in het open landschap van Harelbeke, definitief vastgesteld in de gemeenteraad van 11.02.2008 (categorie 1).

De hoeve mocht niet worden bezocht.

Historiek

15de eeuw. Sinds de 15de eeuw wordt de heerlijkheid ter Coutere altijd samen met dorpsheerlijkheid Ter Kerke verkocht. De heer van ter Coutere is daarmee ook heer van Bavikhove. De hoeve dateert oorspronkelijk uit de eerste helft van de 15de eeuw. Volgens een beschrijving in een contract van 1438 omvat het goed een walgracht, een poort, woningen en een stal. In 1462 verkoopt Willem vanden Brande het goed aan zijn neef Jan Wielant, hofmeester van Filips de Goede. In 1479 koopt Willem van Heule-Wieland, heer van Leeuwergem, de hoeve van Jan van Rumbeke. 16de eeuw. In 1532 komt de hoeve in het bezit van Jan, heer van Thyant en echtgenoot van de kleindochter van Johanna Wielant. Van 1532 tot 1570 verpacht aan de familie de Jaghere. Van 1570 tot 1637 is de hoeve in het bezit van de familie Vander Gracht. In 1571 vermeldt men "(...) goet ghenaempt tgoet ter coutere groot onder hofstede lant bosch ende meersch 36 bunder en half ofte daer omtrent (...)". Tot het gebouwencomplex behoort een tiendenschuur opgetrokken in vakwerkbouw. Een beschrijving van 1594 vermeldt het pachtgoed "Ter Coutere" bestaande uit een woning, schuur, stallingen en andere constructies, samen met land, meersen en bossen.

17de eeuw. Tijdens de 17de en 18de eeuw breidt de hoeve zich uit tot een site van 50 ha. In het begin van de 17de eeuw is een schematische plattegrond van het goed gemaakt; afbeelding van een woonhuis met twee dakkapellen, een dwarsschuur, stallingen en een kleiner gebouw (mogelijk bakhuis); het hof wordt omgeven door hagen en bomen, onderbroken door een houten toegangspoort. Ook op de figuratieve kaart van de heerlijkheid ter Coutere uit het begin van de 17de eeuw zijn de gebouwen en het bomenbestand reeds duidelijk afgebeeld. In 1637 verkoopt de familie Vander Gracht haar bezittingen aan Gillis Daman, heer van Warnoyse. Op één van de kaarten uit landboek van 1639 uit het Rijksarchief te Kortrijk aangeduid als "'t goed ter coutere"; weergave van een met bomen omzoomde dreef naar de Poekweg. In 1656 wordt vermeld "(...) het goed ende leen ter cauteren (...)". In 1661 is de heerlijkheid ter Coutere eigendom van Jan de Tollenaere en in 1665 van Geraard Gheys; vanaf 1667 is de familie de la Tour eigenaar.

18de eeuw. Weergave van de drie gebouwen rondom een centraal erf op de kaart van 1750, opgemaakt door F. De Bal. Op een 18de-eeuwse kaart van de hoeve wordt er nog een vierde gebouw weergegeven achter het boerenhuis. Afbeelding van een kapel die bij de hoeve hoorde aan het kruispunt van de Rijksweg met de Kuurnsestraat. In 1751 wordt de hoeve omschreven als een "behuijsde hofstede, scheure ende stallyngen".

In opdracht van toenmalig eigenaar Nicolas François de Lens worden er tussen 1752 en 1755 ingrijpende verbouwings- en herstellingswerken uitgevoerd. Pachter Michiel Van Neste dient kostennota's in voor tichels, calck, vuistepannen, grote hoeveelheden steen, wilgenhouten latten en timmerhout. Er is ook sprake van een nieuw strooien dak. Vermoedelijk worden de verbouwings- en herstellingswerken reeds weergegeven op de kaart uit het register van de eigendommen van het Onze-Lieve-Vrouwhospitaal (1752) (aanduiding als "het goet ter Couter"); afbeelding van het boerenhuis met de aanpalende stallingen aan de noordzijde van het erf, enkele landgebouwen ten zuiden, westen en noordwesten van het erf en een kleinschalig volume (vermoedelijk duiventoren) op het erf. Mogelijk zijn de verbouwingswerken afgerond in 1764 zie jaartal in deurkalf. Zoals hierboven vermeld is de familie de Lens eigenaar van het goed vanaf 1752. Een andere bron vermeldt echter dat de familie de la Tour en Saint Quentin eigenaar blijft tot 1760 en dat pas in 1760 de familie de Lens, heren van Ooigem, in het bezit komen van de hoeve. Van 1769 tot 1864 bewoond door de familie Lefèvre; Petrus Lefèvre is van 1803 tot 1806 burgemeester van Bavikhove.

De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778) geeft het boerenhuis en twee grote landgebouwen weer rondom het centrale erf samen met een tweetal kleinere landgebouwen. Tijdens de Franse periode worden de heren van Ooigem berooid van hun eigendom; verkoop van het goed.

19de eeuw. In de eerste helft van de 19de eeuw wordt de hofstede uitgebaat door de familie Lefèvre; de laatste pachter Karel Lefèvre zou burgemeester van Bavikhove worden. Weergave op het primitief kadasterplan (circa 1830) van het boerenhuis met de stallingen in het verlengde ervan, de schuren en het landgebouwtje centraal op het erf; voorts nog drie landgebouwtjes ten noorden/westen van de hoeve. Circa 1830 eigendom van de familie Delafaille uit Gent. In 1834 wordt de heer Jozef Vandenhecke-Delafaille uit Gent als eigenaar vermeld. Op de Atlas der Buurtwegen (1845) is de hoeve bereikbaar via het zijtracé van de Drieshoek dat gecatalogeerd is als "Sentier n° 22", meer bepaald beschreven als "Chemin du Sweveghem Kalsijde vers le Keyzerstraet". Volgens de literatuur wordt het boerenhuis circa 1850 met één travee verlengd (niet geregistreerd in het kadaster). In 1852 komt de vrouw van Hippolyte Vandewoestyne-Vandenhecke in bezit van de hoeve. In 1861 wordt Adolf De Brabandere-Masureel uit Beveren-Leie, die circa 1894-1895 brouwerij Bavik zou oprichten (Rijksweg nummers 33-35), pachter van de hoeve.

In 1863 laten de kinderen van Hippolyte Vandewoestyne het bakhuis bouwen ten noorden van het boerenhuis cf. jaartal in de topgevel (ingebruikname volgens het kadaster in 1865). Bouw van de grote stalling aan de westzijde van het erf in 1864 zie gevelplaat (registratie in het kadaster in 1882); vermoedelijk dateert het wagenhuis aan de oostzijde van het erf eveneens uit die periode (registratie in het kadaster in 1882). In 1882 registreert het kadaster de afbraak van het landgebouwtje op het erf en de twee landgebouwtjes ten noorden van de hoeve; het landgebouwtje ten oosten van de hoeve wordt uitgebreid. Circa 1892-1894 wordt langs de toegangsdreef ten zuidoosten van de hoeve een neogotische kapel (Elfbunderen) gebouwd, die pas in het begin van de 20ste eeuw wordt geregistreerd door het kadaster en een wapenschild van de familie van Caloen bevat. In 1897 erven Leon Van Ockerhout uit Brugge en Karel de Turck de Hersbeek uit Wondelgem de hoeve.

20ste eeuw. In 1908 erft Albrecht Van Caloen uit Loppem de hoeve en wordt de hoeve in vruchtgebruik gegeven aan Leo Van Ockerhout uit Brugge. Vanaf 1920 is de familie du Sartel-Van Caloen uit Elsene eigenaar van de hoeve; vóór 1932 laat zij de hoeve uitbreiden met de chicoreidrogerij en de stallingen ten westen van het bakhuis en twee landgebouwtjes nogmaals ten westen daarvan. In 1950 is baron F. du Sartel eigenaar. In de jaren 1970-1980 worden de voormalige kouters ten zuidoosten van de hoeve omgevormd tot bouwgrond, verkaveld en bebouwd met eengezinswoningen. De voormalige, eind 19de-eeuwse kapel die zich eertijds aan het begin van een toegangsweg naar de hoeve bevond, komt zo middenin de woonwijk te liggen. In 1977 koopt Jozef De Brabandere de hoeve en een deel van de gronden.

21ste eeuw. Tot op vandaag is de hoeve in gebruik als landbouwuitbating.

Beschrijving

Hoeve met losse bestanddelen bestaande uit een boerenhuis, twee schuren, een wagenhuis, stallingen, een bakhuis en een droogast gelegen rondom een centraal erf. Gekasseide en met bomen omzoomde erfoprit; erftoegang afgesloten door hek.

Resten van de walgracht; het omwald opperhof is nog enigszins herkenbaar achter het boerenhuis.

Vermoedelijk 18de-eeuws boerenhuis aan de noordzijde van het erf met aanpalende stallingen. Eénlaagse verankerde baksteenbouw onder een pannen zadeldak met twee dakkapellen en voorzien van een dakruiter. De opkamer doet dienst als graanzolder. Met houtsnijwerk versierd deurkalf boven de toegangsdeur, waarin het jaartal "1764" is uitgesneden. Geblazen vensterglas. 19de-eeuwse haard met begin 19de-eeuwse tegelbezetting.

Wagenhuis aan oostzijde van het erf, vermoedelijk daterend van 1865.

De vermoedelijk 18de-eeuwse open schuur aan de westzijde van het erf (achter de stallingen van 1864) is over de volledige oppervlakte onderkelderd met een halfondergrondse aardappelkelder. Zeven gebinten, gewelf bestaande uit staalprofielen en baksteenboogjes. Twee trappen verlenen toegang tot de kelder. Ingemetselde oostgevel van de oudere, voorafgaande bergschuur zie muurvlechtingen.

Stallingen van 1864 aan de westzijde van het erf onder zadeldak. Arduinen gevelplaat in de noordoostgevel met opschrift "GEBOUWEN IN HET JAER 1864 - EIGENAERS H. MEVR. H. VAN DE WOESTYNE-VAN DEN HECKE TE GENT - BOUWMEESTER ONDERNEMER C. BLYSCHAERT (...)". Zoldering van baksteenboogjes. De twee dakkapellen geven toegang tot de hooizolder. Inwendig sterk verbouwd. Het tweeledige bakhuis ten noorden van het boerenhuis daterend van 1863 confer jaartal in de topgevel. Eerste gedeelte met rookvang en bakoven, tweede gedeelte eveneens met oven en plafond van staalprofielen. Thans garage en bergruimte.

Tabaksast met aanpalende stallingen daterend van vóór 1932. Ast op een rechthoekige plattegrond en met twee verdiepingen met zolder.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Bavikhove, 1882/42, 1943/25.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 212: Kadastrale Legger, Bavikhove, artikels 162, 235 en 318.
  • OCMW-archief Kortrijk: Caerte figurative van het goedt t'Hospitael gelegen binnen de prochien van Bavichove ende Hulste tusschen beyde de Plaetsen, in Register van alle leenen, heerlycheden, hofsteden, landen, bosschen ende meerschen competerende aen het hospitael van Onse Lieve Vrouwe in Overleye..., F. de Bal, 1752.
  • Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten VI, nummer 2906: Carton formé d'une couverture de livre en veau brun, renfermant plusieurs plans des seigneuries de Schothouck et Ceurenbrugghe relevant de Meulebeke, Hazenbossche, Halewynsche et Ter Couter, 18de eeuw.
  • Rijksarchief Kortrijk, Fonds Plotho, nummer 403: Noch eene ander spliete vande zelve thiende, de westzijde vande prochie, In Lantbouck vanden lande ende baronnie van Ingelmunstre, Vijve Sint-Eloy appendentie ende dependentien..., Loys de Bersacque, 1639.
  • Rijksarchief Kortrijk, Kaarten en Plannen, nr. 495: Caerte figurative van twee geprojecteerde steenwegen leedende van de stadt Cortryck naer de gonne van Thielt, F. De Bal, 1750.
  • BOTTE K., GLORIEUX R., VANDEWALLE (red.), Het hoevenboek van Harelbeke, Deel 1: Bavikhove, Harelbeke, 1985, p. 44-48.
  • CAUWE R., KERKCHOF P., VUYLSTEKE G., 100 jaar brouwerij De Brabandere-Bavik te Bavikhove, in De Roede van Harelbeke (De Leiegouw), nummer 13, Harelbeke, 1994, p. 51-55.
  • CLAERHOUT R., VANHOUTTE R., VUYLSTEKE G., Bavikhove: historische gebouwen en monumenten, s.l., s.d.
  • Harelbeke grafelijke stad, Harelbeke, 2003, p. 188-194.
  • MAERTENS-VERKINDEREN M., Uit het verleden van Bavikhove, Handzame, 1974, p. 24-27.
  • Twintig Zuid-Westvlaamse hoeven: een inleiding tot de studie, de kennis en de herwaardering van onze aloude boerderijen, Deel 3, Kortrijk 1978, p. 5-13.
  • VUYLSTEKE G., Het dorp Bavikhove in 1639, in Tijdingen van de Roede van Harelbeke, jaargang 2, nummer 3, 1999, p. 12.
  • Zo was Bavikhove, Handzame, 1976, nummer 46.

Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Harelbeke, Deel I: Stad Harelbeke, Deel II: Deelgemeenten Bavikhove en Hulste, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL42, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Onze-Lieve-Vrouwkapel Ter Coutere

  • Is deel van
    Drieshoek


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Goed ter Coutere [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/205305 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.