erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Pieters

bouwkundig element
ID
205419
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/205419

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Pieters
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Pieterskerk
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Parochiekerk van Hulste, gelegen in het midden van het dorpsplein (zogenaamd Hulstedorp) en gebouwd in 1904-1906 naar ontwerp van architect Jules Carette uit Kortrijk en geïnspireerd op de neogotiek. Georiënteerde, basilicale kerk met toren tussen de noordelijke zijbeuk en het transept.

De Sint-Pieterskerk is gelegen op een hellend perceel tussen de pastorie (nummer 3) en de bebouwing aan de noordzijde van het dorpsplein. De omgeving van de kerk is in 2005 heraangelegd, zie verhoog aan de noord- en westzijde van de kerk en de voetpaden met rode klinkers.

Historiek

11de eeuw. Volgens Despars' "Cronyncke van den lande ende graefscepe van Vlaenderen" laat graaf Robrecht de Fries (1029/32-1093) in 1063 de kerk oprichten ter ere van Sint-Pieter. Een andere bron vermeldt volgens de legende de oprichting van de kerk door Robrecht de Fries in 1071. Tijdens dringende herstellingswerken in 1852 is een eikenhouten balk gevonden met de inscripties "ROBERTUS FRISIUS, GRAEFE VAN VLAENDEREN MI DEED MAECKEN IN ANNO 1075" en "ROBERTUS FRISIUS ME FECIT FIERI".

17de eeuw. De gravure in Sanderus' "Flandria Illustrata" van 1641 toont een basilicale kerk met vieringtorentje. Vermoedelijk is de oorspronkelijke, romaanse kerk niet basilicaal opgebouwd maar dateert de kruisvormige plattegrond van na een gotische verbouwing. Later in de 17de eeuw raakt het kerkgebouw zwaar beschadigd: rond 1680 staat de toren scheef, zijn de bouwmaterialen rot en regent het door het dak. Noch het kapittel van Harelbeke, noch het bisdom Doornik zijn echter bereid de herstellingskosten op zich te nemen. Pas in 1698-1699 worden enkele instandhoudingswerken uitgevoerd aan onder meer een zijbeuk en de bedaking. In 1699 bouwt meester-metser Pieter van Neste een portaal.

18de eeuw. Ook een kaart van 1750 met de steenwegen naar Kortrijk, opgemaakt door F. De Bal, geeft een kruisvormige kerk met vieringtoren weer. Op de Tiendenkaart van Hulste (circa 1760-1765) verschijnt de kerk in vereenvoudigde vorm (zonder transept).

Hoewel de Sint-Pieterskerk reeds beschadigd is in de 17de eeuw, wordt het gebouw pas deftig aangepakt op het einde van de 18de eeuw. Plannen van P.M. Mormal, bouwmeester van het Doornikse kapittel, worden in opdracht van het Sint-Salvatorskapittel te Harelbeke gewijzigd door de Kortrijkse bouwmeester Judocus Steyt (plannen van 1776-1779 bewaard in het kerkarchief van Hulste). In 1777 stelt Anthone van Outryve, griffier van de parochie Hulste, zich akkoord met de uitvoering van de plannen van Steyt; een foto van circa 1900 geeft echter aan dat ook deze plannen nog aangepast zullen worden (achthoekige in plaats van vierkante toren). Volgens een document uit het kapittelarchief van Harelbeke is de vergroting en herbouwing van de romaanse kerk uitgevoerd in 1783; enkel de onderbouw van de romaanse toren en drie vieringbogen blijven bewaard. Op de romaanse torenonderbouw wordt een achthoekige toren voorzien (zie foto van circa 1900). Bij de verbouwingen wordt het romaanse koor verbouwt tot portaal (oostzijde) en wordt een nieuw koor gerealiseerd aan de westzijde. Het transept verdwijnt en de drie beuken worden verlengd met één travee en onder één dak gebracht.

19de eeuw. De 18de-eeuwse kerk met toren aan de oostzijde en halfronde apsis aan de westzijde wordt weergegeven op een pentekening van Serafijn Vermote uit 1813.

20ste eeuw. Een foto van circa 1900 geeft de 18de-eeuwse Sint-Pieterskerk weer; het bakstenen kerkgebouw van zeven traveeën bevindt zich onder een zadeldak en heeft een halfronde kooruitbouw; aan de oostzijde bevindt zich de achthoekige toren en het toegangsportaal van één travee. Tegen de noordgevel van het toegangsportaal is een calvarie opgehangen; daarvóór situeert zich het kerkhof.

In het begin van de 20ste eeuw blijkt de parochiekerk te klein zodat op 15 januari 1904 koning Albert I de toelating geeft tot afbraak van het oude kerkgebouw en Monseigneur Waffelaert, bisschop van Brugge, de opdracht geeft een nieuwe kerk te bouwen. In 1904-1906 leidt architect Jules Carette uit Kortrijk de bouw van de huidige neogotische kerk (de plannen dateren van 1902). De werken worden uitgevoerd door het aannemersbedrijf M.A. Vandekerckhove uit Ingelmunster. De bouw van de nieuwe, georiënteerde kerk gaat gepaard met de heraanleg van het kerkhof rondom de kerk. Op 24 september 1906 wijdt Monseigneur Waffelaert de nieuwe kerk in. Het interieur van de kerk wordt in 1906 en de volgende jaren afgewerkt.

In 1906-1907 worden de glas-in-loodramen in het koor en het transept, geschonken door de broers Leander en Ferdinand Masureel en vervaardigd door het Brugse glazeniersatelier Samuel Coucke et fils, geplaatst. De glas-in-loodramen in de middenbeuk en de zijbeuken van 1909 zijn geschonken door pastoor De Jonckheere.

Het koor wordt beschilderd circa 1910-1912 zie geschilderde dateringen. Op een foto uit de periode 1912-1925 is enkel het koor tot het transept voorzien van een neogotische beschildering.

De Sint-Pieterskerk ondervindt zware schade tijdens de Tweede Wereldoorlog en wordt naderhand terug opgebouwd. Naar verluidt wordt de toren hersteld in 1942. In 1952 verdwijnt het kerkhof aan de noordkant van de kerk en pas in 1964 aan de zuidzijde.

In 1965 wordt het altaar dichter bij het volk geplaatst en wordt de kerkvloer bekleed. In 1973 wordt tussen het transept en de sacristie een stookplaats gebouwd. In 1996 wordt de kerk voorzien van vloerverwarming en wordt het huidige altaar met het embleem van de pelikaan geplaatst (afkomstig uit een kapel in Brugge).

21ste eeuw. In het begin van de 21ste eeuw vinden er herstellingswerken plaats naar aanleiding van scheuren ontstaan door rioleringswerken.

Beschrijving

De plattegrond ontvouwt een driebeukig schip van zeven traveeën, een transept van één travee en een koor met polygonale afsluiting, aan weerszijden geflankeerd door een klein zijkoor, toegankelijk vanuit transept en koor. Aan de zuidzijde van het koor eveneens aanpalende sacristie en stookplaats. Vierkante toren in de oksel van het transept en de noordelijke zijbeuk.

Materialen. Baksteenbouw onder leien bedaking, gecombineerd met het gebruik van arduin voor de afzaten en de afdekking van de verjongende steunberen en de plint. Westgevel met lancetvensters in een omvattende spitsboognis boven het westportaal met spitsboogvormige toegang onder decoratief uitgewerkte arduinen druiplijst; gelijkaardige toegangen in de noordgevel (zijbeuk en transept). De gevels van de zijbeuken worden geritmeerd door verjongende steunberen en spitsboogvensters; de zijgevels van de hoofdbeuk door drielobvensters. Decoratieve baksteenfriezen onder de dakranden. Transept met lancetvensters in een omvattende spitsboognis.

Vierkante kerktoren van vier geledingen (onderverdeeld met drie arduinen cordonlijsten) verlevendigd door blinde spitsboognissen met drielobben en een bakstenen rondboogfries onder de dakrand; bovenste geleding met galmgaten en torenuurwerk; afdekkende achthoekige, ingesnoerde naaldspits met ijzeren kruis en torenhaan. Grotendeels vrijstaande sacristie voorzien van tweelichten en toegankelijk via een volume onder plat dak, afgewerkt met kantelen en licht getoogde toegangsdeur aan de straatkant (oostzijde). Volume met stookplaats van 1973 onder platte bedaking tussen de sacristie en het transept zie recenter metselwerk.

Rechts van de toegang tot de noordelijke zijbeuk (voorheen kant kerkhof) hangt een calvarie; de gekruisigde Christusfiguur van 1923 is vervangen.

Interieur. Bepleisterd interieur met bewaarde neogotische beschilderingen, in het koor deels gewit door vochtprobleem. Neogotische beschilderingen in het koor gedateerd in "1910" (zie houten trekbalk onder de calvarie) en "1912" (zie achterzijde scheiboog tussen het altaar en het hoogaltaar). In de middenbeuk boven de arduinen zuilen, geschilderde apostelen, als steunpilaren van de kerk, en geschilderde calvarie met opschrift "STAAT OP GIJ DOODEN KOMT TEN OORDEELE" boven de scheiboog tussen schip en transept (datering na 1912).

Houten spitsboogoverwelving met houten trekbalken rustend op consoles. Spitsboogvormige scheibogen rustend op ronde, arduinen pijlers met veelhoekige voet en Korinthische kapitelen. De kroonlijst van het koorgewelf is voorzien van acht gebeeldhouwde, gepolychromeerde hoofdjes, afkomstig uit de 18de-eeuwse kerk (volgens de literatuur zelfs afkomstig uit de romaanse kerk). De originele vloer (onder de tapijtbekleding) bestaat uit grote, grijze tegels. Links van het portaal bevindt zich de doopkapel, afgesloten door middel van een decoratief, ijzeren hek.

Kleurrijke glas-in-loodramen van 1906-1909 vervaardigd door het glazeniersatelier Samuel Coucke et fils uit Brugge. De ramen van 1906-1907 in het koor en het transept zijn geschonken door de broers Leander en Ferdinand Masureel zie opschrift "DONUM DEDIT FAMILIA CAROLUS MASUREEL ET ISABELLA LONCKE CONI 1906". Glas-in-loodraam centraal in het koor met de voorstelling van Sint-Pieter die de lamme geneest aan de poort van de tempel; zes overige ramen met voorstellingen van de Heilige Familie, Heilige Adolphus, Heilige Leander en andere naamheiligen van de familie van Eerwaarde Heer pastoor Masureel. Boven linkerzijaltaar glas-in-loodraam met voorstelling van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, boven rechterzijaltaar voorstelling van Christus die sleutels reikt aan Petrus (kunstmatige verlichting na aanbouw van de stookplaats in 1973). Kruisbeuk met voorstelling van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes (links) en Heilig Hart (rechts). Brandramen in het doksaal van 1908 en in de midden- en zijbeuken van 1909.

Mobilair. Hoogaltaar van 1906 vervaardigd door Aloïs Debeule uit Gent volgens plan van bouwmeester Jules Carette uit Kortrijk en geschonken door Maria Vandeputte; altaartafel met gemoduleerde voostellingen van de Heilige Juliana van Mont Cornillon, Onze-Lieve-Vrouw met kind die de draak vertrapt, Heilige Petrus, Leonardus en Philomena. Rechts eikenhouten zijaltaar voor Heilige Petrus van circa 1905 vervaardigd door Jozef Blanckaert; beeld van Heilige Petrus en voorstellingen van de zending van de apostelen en Primaat van Petrus. Links Onze-Lieve-Vrouwaltaar eveneens van circa 1905; altaar met doek van pelikaan. Altaar in transept afkomstig van neogotische kapel uit Brugge met voorstelling van pelikaan (geplaatst in 1996).

Het neogotisch eikenhouten kerkmeubilair dateert van circa 1905, onder meer koorgestoelte geschonken door pastoor De Jonckheere, preekstoel vervaardigd door Aloïs Desaever uit Veurne en communiebank geschonken door burgemeester Van Robais met negen panelen met christelijke symbolen (Hostiedragende kelk, Lam met kruis en wimpel, Pelikaan voedt zijn jongen, manna en toonbroden). Twee biechtstoelen uit de oude kerk van Oostrozebeke die in de Tweede Wereldoorlog afbrandde.

Gepolychromeerde calvarie van 1910 op trekbalk tussen koor en transept, geschonken door pastoor De Jonckheere: opschrift op voorzijde van trekbalk: "WIJ AANBIDDEN U CHRISTUS DIE DOOR UW KRUIS DE WERELD VERLOST HEBT". Gepolychromeerde beelden op neogotische sokkels, onder meer piëta, Onze-Lieve-Vrouw, Heilige Anna, Heilig Hart. Kruisbeeld in rechterzijbeuk (opschrift "INRI"), afkomstig uit Domremy de Greux in Frankrijk.

Kruisweg met veertien staties geschilderd op doek in de zijbeuken; in 1798 gered door de Fransen uit de in brand gestoken kerk van Langemark, in 1804 overgebracht naar Rumbeke en in 1906 geschonken door Maria Vandeputte aan de kerk van Hulste.

Doksaal met  barokorgel van 1736, gebouwd door Corneille Cacheux († 1738) in opdracht van de familie Van der Gracht. Gerestaureerd in 1996 naar de plannen van orgeldeskundige Gabriël Loncke. Het orgel is teruggeplaatst na recente herstellingswerken en opnieuw ingewijd op 13.09.2007. Drie klokken en torenuurwerk, elektronisch gestuurd doch uurwerk met bewaard mechanisch aandrijfwerk.

  • Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoe, Archiefnummer W/00303.
  • Archief Vlaams Instituut Onroerend Erfgoed, Documentatiecentrum, Kaarten en plattegronden K.C.M.L., nummer 393.
  • Provinciale Bibliotheek Tolhuis te Brugge: Schetsen en ontwerpen voor glasramen door Théophile Eloi en Samuël Coucke, 1905-1932.
  • Rijksarchief Kortrijk, Kaarten en Plannen, nr. 505: Plan van de ontwerpen voor de steenweg tussen Brugge en de Leie te Harelbeke. Afbeelding van de kom van Harelbeke, de kerken van Harelbeke, Hulste, Lendelede, Kuurne, Desselgem, Deerlijk, Bavikhove en Sint-Eloois-Vijve en de molens te Kortrijk en Harelbeke, 18de eeuw.
  • Rijksarchief Kortrijk, Kaarten en plannen, nummer 495: Caerte figurative van twee geprojecteerde steenwegen leedende van de stadt Cortryck naer de gonne van Thielt, F. De Bal, 1750.
  • Rijksarchief Kortrijk, Kerkarchief Harelbeke, nr. 2887c: Plan van de tienden van Harelbeke gelegen in de zes wijken van Hulste, eind 18de eeuw (circa 1760-1765).
  • Rijksarchief Kortrijk, Kerkarchief Hulste, nrs. 1-12: Bundel plannen in verband met verbouwingen en herstellingen van het kerkgebouw, 1692-1782.
  • Beelden uit het verleden, Harelbeke-Bavikhove-Hulste-Stasegem, Harelbeke, 1978, p. 118-119, 137.
  • BROEDER FIRMIN, De Romaansche kerkelijke bouwkunst in West-Vlaanderen, s.l., 1940, p. 180-182.
  • CORNILLY J., Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen, Brugge. 2001, p. 53.
  • DECEUNINCK E.H.H., DECLERCQ F., MATTON A., VANDENBERGHE F., De Sint-Pieterskerk in Hulste, in Harelbeke Open Monumentendag 8 september 1996, Harelbeke, 1996.
  • DECROIX L., Kerk Hulste 100 jaar, 1906-2006, s.l., 2006.
  • DESPRIET P., De zuidwestvlaamse parochiekerken. Een duizendjarige geschiedenis, Deel 1, Kortrijk, 1982, p. 159-165.
  • Familiegeschiedenis Masureel, Wortegem-Petegem, 2001, p. 204-205, 278.
  • GODDERIS J., DETAILLEUR W., De neogotiek in West-Vlaanderen, Religie en architectuur, Ieper, 2001, p. 50.
  • Harelbeke grafelijke stad, Harelbeke, 2003, p. 215-216.
  • Kerk Hulste 100 jaar, 1906-2006, s.l., 2006.
  • KERCKHOF P., De "Kruisweg" van de Hulsterse kruisweg, in Biekorf. Westvlaamse archief voor geschiedenis, archeologie, taal- en volkskunde, jg. 37, 1997, p. 71-74.
  • KERCKHOF-DESPRIET P., De Sint-Pieterskerk te Hulste, De kruisweg van een kruisweg, in Mengelmaren, jg. 8, 2000, p. 27-32.
  • MATTON A., De St. Pieterskerk te Hulste, in Harelbeke, Open Monumentendag 2002, Symbolen, Harelbeke, 2002.
  • VAN ACKER L., Een oude balk in de kerktoren van Hulste, in Biekorf. Westvlaams archief voor geschiedenis, archeologie, taal- en volkskunde, jaargang 102, 2002, p. 5-16.

Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Harelbeke, Deel I: Stad Harelbeke, Deel II: Deelgemeenten Bavikhove en Hulste, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL42, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Orgel parochiekerk Sint-Pieters

  • Is deel van
    Hulstedorp


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Pieters [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/205419 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.