Kleine hoeve bestaande uit 19de- en 20ste-eeuwse bestanddelen, gelegen op site minstens opklimmend tot het eerste kwart van de 17de eeuw.

Hoevetje, met één volume afgebeeld in het landboek van de heerlijkheid Claerhout van 1614 en het landboek van Egem uit 1725. Op het primitief kadasterplan (circa 1830) worden drie volumes weergegeven: een woonhuis ten noorden, schuur ten zuiden en tussenliggend bakhuis tegen de oostelijke perceelgrens. De hoeve was eigendom van koopman J. Majeu uit Ardooie.

Verhard erf met grasperken, groenaanplantingen en resterende boomgaard, toegankelijk via korte erfoprit geflankeerd door oude knotwilg. Eenlaags woonhuis onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen, aan noordzijde palend aan de straat. Vernieuwde straatgevel met rechte muuropeningen onder strek. Erfgevel van vijf traveeën onder nieuwe gootlijst. Donkerrode baksteenbouw (lichter gekleurde bakstenen voor vernieuwde daklijst), met getoogde muuropeningen onder strek waarin bewaard houtwerk (T-schuiframen), gepekte plint. Houten deurtje met geometrisch hekwerk onder betonlatei. Zijgevels met getraliede muuropeningen, de oostelijke zijgevel bewaart sporen van vlechtwerk, ophoging en verbreding en van een gedicht venstertje. Aanbouwen aan west- en oostzijde. Parallel met het woonhuis gesitueerd schuurtje in donkerrode bakstenen onder zadeldak in Vlaamse pannen. Gevelhoge schuurpoort, segmentboogvormige en enkele latere muuropeningen. Ten oosten een haaks op het woonhuis ingeplant stalletje in rode bakstenen onder zadeldak in mechanische pannen, met laadluik in het dak. Opvallende x-vormige ankers, getoogde muuropeningen waarin houten en ijzeren deurtjes, mijtervormige gevelnis. Recente aan- en bijgebouwen.