Twee aanpalende hoeves met aan elkaar gebouwde woonhuizen, in geschiedenis minimaal opklimmend tot het eerste kwart van de 18de eeuw, zie schematische weergave op landboek van Egem van 1725. De Ferrariskaart (1770-1778) toont drie volumes op deze plaats, maar tegen circa 1830 is het gebouwenbestand volgens plan sterk toegenomen: het primitief kadasterplan toont een verdeeld woonhuis ten noorden, bij nummer 48 omringd door een vijftal kleine en iets grotere landgebouwen, waarvan twee inmiddels afgebroken, bij nummer 50 met aparte schuur en stal. Op Atlas der Buurtwegen (1845) aangeduid als "Ferme Vandenbrande", verwijzend naar landbouwer/ rentenier Vandenbrande die circa 1830 eigenaar was van nummer 48. Het kadaster registreert in 1865 de vereniging van twee wooneenheden bij nummer 48. Het woonhuis van nummer 50 wordt volgens kadastergegevens in 1901 volledig herbouwd. Ook het stalletje wordt blijkens gewijzigd grondplan ver- of herbouwd. De hoeve is dan in bezit van de Burgerlijke Godshuizen te Brugge.

Nummer 48 met woonhuis uit grijsgekalkte verankerde bakstenen boven een gecementeerde plint voorzien van imitatievoegen, bekroond door zadeldak in Vlaamse pannen. Voor- en achtergevels afgeboord door tandfries, waarvan de zuidelijke erfgevel opengewerkt door rechthoekige muuropeningen onder houten latei en licht getoogde ontlastingsboog. Voorliggend bakstenen stoepje. Bijna blinde noordelijke gevel. Ten zuidoosten van het woonhuis bevindt zich het voormalige bakhuis onder zadeldak in Vlaamse pannen, met sporen van vlechtingen in de zuidelijke zijgevel, lagere ovenuitbouw. Ten zuidwesten een grotendeels vernieuwd stalvolume onder zadeldak in mechanische pannen met verspringende nok, met rechthoekige muuropeningen onder beschilderde latei. Bewaard gedeelte ten noorden onder Vlaamse pannen, met getoogde muuropeningen en opening onder houten latei waarin bewaard houtwerk.

Ten westen van woonhuis met nummer 48 paalt nummer 50, "Populierenhof" gedoopt, onder mank zadeldak (mechanische pannen) met hogere nok. Verankerde donkerrode baksteenbouw waarin getoogde muuropeningen voorzien van vernieuwd schrijnwerk. Muizentandfries onder lichte dakoverstek. Verhard erf met restanten van kasseibestrating. Haaks op het woonhuis ingeplante schuur in verankerde baksteenbouw (onder meer sierankers), onder zadeldak in mechanische pannen. Getoogde deuropening met bewaarde houten deur, stalvensters onder ijzeren latei en houten poort met schouderboogvormig klinket. Ten noorden een schuin op het woonhuis gesitueerde bakstenen stal onder zadeldak in Vlaamse pannen, voorzien van getoogde muuropeningen. Verankerd, onder meer met sierankers. Later ingebrachte poort en stalvenster onder ijzeren latei. Voorliggende bakstenen stoep.