erfgoedobject

Cooremetershuys

bouwkundig element
ID
24760
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/24760

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Cooremetershuys
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als beschermd monument Cooremetershuys: voorgevel
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd monument Cooremetershuys met Hazewindstraatje
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Graslei en Korenlei
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Graslei en Korenlei
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Cooremetershuys
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Het Cooremetershuys is een meerlagig middeleeuws pand opgetrokken uit Doornikse kalksteen met een vormentaal (decoratieve kapitelen) en constructiemethode (Opus Incertum, zuilen, balkenlagen, rechthoekige ramen met bolkozijnen, haarden, plint met waterlijst) eigen aan de 13de eeuw.

De oorspronkelijke bouwheer is onbekend maar het pand wordt naamloos reeds vermeld in 1374. De vroegst bekende eigenaars van het pand zijn de Pijnders (1450). De huisnaam verwijst echter naar de Korenmeters die het pand in de 17de eeuw kochten en er hun tweede gildehuis van maakten. Hun gildehuis was gelegen op de kernplaats van hun activiteit: de middeleeuwse haven van Gent. Ze bezaten het recht alle afgeladen graan te meten. Reeds in de tweede helft van de 17de eeuw is de familie Poelman (koophandelaars) eigenaar van het pand.

Uitzonderlijk aan het Cooremetershuys is de bewaring van een groot deel van de houten zoldering. Het gebouw met trapeziumvormig plattegrond staat haaks op de Graslei en was gevat tussen twee steegjes. De gevelbreedte bedraagt 12 meter, de noordelijke langsmuur 23 meter, de zuidelijke langsmuur 25 meter. Vermoedelijk bestond de onderste bouwlaag uit twee delen. Het gedeelte aan de Graslei wordt door vier zuilen in een brede middenbeuk en twee zijbeuken onderverdeeld. De zuilen voorin zijn gehouwen in witte natuursteen. De ronde schacht is een monoliet en wordt bekroond door een knopkapiteel en vierkante dekplaat. De zuilen achterin zijn in Doornikse kalksteen. De schacht, bestaande uit diverse ronde zuilentrommels, worden afgedekt met een bladkapiteel en vierkante dekplaat voorzien van kwartholprofiel. De kolommen dragen een zware onderslagbalk, waarop dwarse balken liggen die tegen de muren op strijkbalken rusten. De zuidelijke onderslagstijl wordt achteraan gestut door een rechthoekige wandstijl. De haard in de middelste travee van de noordmuur is wellicht origineel. De derde travee van de zuidmuur herbergt een oorspronkelijk venster. De zijgevel in het Hazewindstraatje is een verankerde en deels blinde lijstgevel van baksteen en onregelmatig gekapte Doornikse kalksteen waaronder een plint afgedekt met waterlijst. De gevel is drie bouwlagen hoog met rechthoekige muuropeningen waarvan enkele met bolkozijnen en dubbele ontlastingsbogen. Sporen wijzen op een dichtgemetselde deur met hoekblokken en een bovenlicht naast het huidige toegangsdeurtje. De achterzijde werd meermaals verbouwd met onder andere sporen van dichtgemetselde ramen.

De huidige gevel van het Cooremetershuys dateert van 1698 en werd gebouwd voor het Steen wat zijn uitzonderlijke breedte verklaart. Het huidige dubbelhuis telt drie bouwlagen en zes traveeën met een zadeldak. De gevel werd door architect J. De Waele in 1906-1907 gerestaureerd naar de toestand van 1698. De reconstructie is archeologisch juist en een perfect voorbeeld van reconstructieve monumentenzorg aan het begin van de 20ste eeuw. Het is een verankerde bakstenen trapgevel met gebruik van Franse kalkzandsteen voor de plint, hoekstenen, vensterkruisen en negblokken, waterlijsten en ornamenten op borstweringen en geveltop. Blauwe hardsteen werd toegepast voor dorpels en de buitentrap met vier treden (steektrap). De benedenverdieping heeft beluikte bolkozijnen en twee rechthoekige deurtjes met trappen die leiden naar door zuilen geschraagde overwelfde benedenruimte. Borstweringen zijn versierd met vruchtenslingers en cartouches. De ovalen oculus in de geveltop werd op typisch barokke wijze omlijst. De rechthoekige deur met inspringende bovenhoeken is gevat in een rechthoekige omlijsting met pilastervormige rechtstanden die het entablement dragen. Een rechte steekstrap met vier treden en een smeedijzeren leuning geeft toegang tot het pand.

Met zekerheid bleven de balkenlagen bewaard, het historische dakspant en in sommige kamers historische schouwmantels.

  • DE POTTER F. 1882-1901: Gent, van den oudsten tijd tot heden - Geschiedkundige beschrijving der stad door Frans De Potter, tweede deel, Gent.
  • LALEMAN M.-C. & RAVESCHOT P. 1991: Inleiding tot de studie van de woonhuizen in Gent periode 1100-1300: De kelders, Verhandelingen van de Koninklijke maatschappij voor Wetenschap, Letteren en Schone Kunsten van België 54, Brussel.
  • LALEMAN M.-C. & CHARLES L. 1991: Middeleeuws Manhattan: rijkdom in Gentse Stenen, Sint-Niklaas.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002325, Middeleeuwse stenen.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Cooremetershuys [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/24760 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.