erfgoedobject

Grand Bazar

bouwkundig element
ID
4014
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4014

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Grand Bazar
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Warenhuis Grand Bazar
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Voormalig warenhuis op het bouwblok gevormd door Groenplaats, Eiermarkt, Beddenstraat en Schoenmarkt, waarvan de huidige gebouwen in vier grote fasen tot stand kwamen tussen 1920 en 1931. Het complex werd in 1991-1993 gerenoveerd en heropgebouwd tot Hilton Hotel en Grand Bazar Shopping Center.

Historiek en context

De Grand Bazar du Bon Marché werd in 1885 aan de Groenplaats opgericht door de Parijse ondernemer Alphonse Kileman (1838-1899). Hij vestigde het warenhuis in een neoclassicistisch pand dat in 1859 door de architect Frans J.H Bex was opgericht in opdracht van de heer Le Baudry-Werbrouck, en achtereenvolgens het Hotel Rubens en het Grand Café de l’Univers huisvestte. In 1899 breidde Kileman de Grand Bazar du Bon Marché uit met het rechts aanpalende pand aan de Groenplaats, dat werd verbouwd en vergroot naar een ontwerp door de architect Louis Hamaide. Het complex strekte zich door de aankoop van bijkomende panden vervolgens uit tot de vroegere Hespenstraat en de Eiermarkt. De erfgename en opvolgster van Kileman, de weduwe Auguste Martin, liet hier in 1909 een nieuwe vleugel optrekken door de architect Edouard Van Opstal, met een monumentaal gevelfront op de afgeschuinde hoek gemarkeerd door een koepel. Tijdens het bombardement van 7 tot 9 oktober 1914, waardoor grote delen van het bouwblok uitbrandden, bleef het warenhuis gespaard, maar het werd in 1917 door de Duitse bezetter onder sekwester geplaatst en verkocht.

In 1920 nam de familie opnieuw bezit van de Grand Bazar, en richtte voor de exploitatie van de warenhuizen in Antwerpen en Gent de Société Anonyme Les Grands Bazars Réunis op. Deze liet het complex in de loop van de jaren 1920 in vier fasen heropbouwen. De eerste fase betrof het monumentale warenhuis in beaux-artsstijl aan de Groenplaats, naar een ontwerp door de architecten Van Opstal en Ernest Pelgrims uit 1920. De nieuwbouw verving het bestaande gebouwencomplex, met inlijving van het rechts aanpalende pand. Het project stuitte op weerstand van de Provinciale Commissie voor Monumenten, die de "wansmakelijke gevels" in de nabijheid van de Onze-Lieve-Vrouwelijkekathedraal veroordeelde. Aan het verzoek van stadsbouwmeester Emiel Van Averbeke om de overdaad aan ornamenten te elimineren, werd geen gehoor gegeven. Naar zijn aanwijzingen werd van het behouden gevelfront uit 1909 op de hoek van Hespenstraat en Eiermarkt wel de koepel verwijderd, zodat het perspectief op de kathedraaltoren vanaf de Eiermarkt opnieuw vrij kwam. De aannemer G. Hargot & R. Somers vatte de bouw in maart 1920 aan, en al op 27 november van dat jaar opende het nieuwe warenhuis zijn deuren. Met het oog op de Wereldtentoonstelling van 1930 in Antwerpen, kwam in een tweede fase het gebouw in art-decostijl op de hoek van Schoenmarkt en Beddenstraat tot stand, naar een ontwerp door de architecten Van Opstal en Emiel van Averbeke uit december 1928. Uit maart 1929 dateert het ontwerp door Van Opstal en Van Averbeke voor het aansluitende gebouw in zakelijke art-decostijl op de hoek van Beddenstraat en Eiermarkt. Uitgevoerd door de aannemer G. Hargot & R. Somers, opende de vleugel aan de Schoenmarkt zijn deuren op 12 april 1930 onder de naam Galeries du Bon Marché. De voltooiing van de vleugel met de voedingsafdeling en 'tearoom' aan de Eiermarkt volgde eind 1930. Na de sloop en verbreding van de noordzijde van de vroegere Hespenstraat, ontwierp Van Averbeke in augustus 1930 als vierde fase de ondiepe verbindingsvleugel in zakelijke art-decostijl tussen Eiermarkt en Groenplaats. Daarbij kreeg het nu vrijstaande warenhuis uit 1920 een nieuwe zijgevel aan de Eiermarkt, en verdween het gevelfront uit 1909. De werken uitgevoerd door de aannemer Compagnie Anversoise de Travaux werden voltooid in 1931. Op 5 augustus 1937 trof een zware brand het complex, waarop onder leiding van de architecten Van Averbeke en René Grosemans later dat jaar de nodige herstellingen en verbouwingen werden uitgevoerd door de aannemer Van Riel & Van den Bergh. Door het gedeeltelijk doortrekken van de winkelvloeren verdween de bordestrap in de centrale hal in het hoofdgebouw uit 1920. In 1938 volgde het verhogen van de vleugel aan de Beddenstraat met een bijkomende verdieping.

In de naoorlogse periode onderging het complex meerdere verbouwingen en moderniseringen, waarbij uiteindelijk de centrale hal van beide vleugels verdween voor de installatie van roltrappen. Op het hoekperceel van Groenplaats en Schoenmarkt werd naar een ontwerp uit 1959 een open parkeergarage opgetrokken, met een supermarkt in de onderbouw, voltooid in 1960. Onder leiding van Maurice Cauwe (Saint-Servais, 1905-Antwerpen, 1985), sinds 1932 administratief directeur van Grand Bazar, kende de warenhuisgroep in deze periode een enorme expansie, met de opening van supermarkten en hypermarkten over heel België. Het bedrijf fuseerde in 1974 met de warenhuisketens A l’Innovation en Au Bon Marché tot GB-Inno-BM. De Antwerpse vestiging van Grand Bazar sloot in 1992 haar deuren. Het gebouwencomplex werd in 1991-1993 ingrijpend gerenoveerd en deels volledig heropgebouwd tot Hilton Hotel en Grand Bazar Shopping Center, na sloop van de parkeergarage.

Het warenhuis Grand Bazar uit 1920 behoort tot de latere realisaties van zowel Edouard Van Opstal als Ernest Pelgrims. Beide architecten lieten zich in de laatste decennia van hun loopbaan opmerken met de somptueuze architectuur in beaux-artstijl, die het gevelfront van de Grand Bazar kenmerkt. Na zijn vader de architect Lievin Van Opstal te hebben geassisteerd, vestigde Edouard Van Opstal zich omstreeks 1880 als zelfstandig architect. In opdracht van een bemiddeld cliënteel, ontwierp hij talrijke burger- en herenhuizen in de betere wijken van de stad, overwegend in conventionele neoclassicistische stijl. Hij beëindigde zijn loopbaan omstreeks 1930. Ernest Pelgrims was actief vanaf omstreeks 1890, tot zijn overlijden in 1927. Zijn residentiële architectuur, aanvankelijk in neo-Vlaamserenaissance-stijl of het conventionele neoclassicisme, evolueerde tijdens de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog naar de beaux-artsstijl. Tot zijn belangrijkste realisaties uit deze periode behoort het hotel Vanden Bussche aan de Arthur Goemaerelei. In zijn landhuizen paste hij op hetzelfde moment de cottagestijl toe, waarvan het imposante kasteel Nottebohm te Brecht als een representatief voorbeeld geldt.

Emiel Van Averbeke, die in 1905 in dienst trad van de stedelijke dienst gebouwen, werd in 1920 benoemd tot stadsbouwmeester, een functie die hij waarnam tot zijn overlijden in 1946. Vóór de Eerste Wereldoorlog ontwierp hij als assistent van stadsbouwmeester Alexis Van Mechelen onder meer de brandweerkazernes in de Paleisstraat en de Halenstraat, waaruit een sterke affiniteit bleek met het werk van de Nederlandse architect Hendrik Petrus Berlage. Als stadsbouwmeester bouwde Van Averbeke in de vroege jaren 1920 verder op dit idioom, met realisaties als de stedelijke scholengroep in de Napelsstraat. Omstreeks 1930 ontwikkelde hij vervolgens een door de Nederlandse architect Willem Marinus Dudok geïnspireerd 'romantisch kubisme', waarvan de Stedelijke Normaal- en Oefenschool in de Pestalozzistraat als belangrijkste voorbeeld geldt. In de sociale woonblokken van de stad Antwerpen paste Van Averbeke een sobere baksteenarchitectuur toe, verwant met de eigentijdse sociale huisvesting in Nederland. De opdracht voor de Grand Bazar lag in het verlengde van de bouw van de Boerentoren op het aanpalende bouwblok, waar hij als medeontwerper bij betrokken was.

Architectuur

Hoofdgebouw Groenplaats

Warenhuis in beaux-artsstijl naar ontwerp van Edouard Van Opstal en Ernest Pelgrims uit 1920. Het monumentale gevelfront, dat elf traveeën en vier bouwlagen omvat, heeft een rijk bewerkt parement uit witte natuursteen (Chauvigny) op een plint uit gepolijst rood graniet. De opstand beantwoordt aan een klassiek, drieledig ordonnantieschema, opgebouwd uit de pui, de hoofdverdiepingen in kolossale orde en de attiekverdieping. Axiaal-symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het hoger opgetrokken middenrisaliet, dat in de bovenbouw is uitgewerkt als een rondboogloggia en wordt bekroond door een vierzijdige koepel. Twee meer bescheiden risalieten met koepelbekroning ritmeren in de tweede en voorlaatste travee de flanken. De opengewerkte pui met een pilastergeleding en rechthoekige winkelramen, wordt in de risalieten gemarkeerd door het hoofdportaal en de zijportalen onder een ovaal bovenlicht, beide gevat in een vlakke omlijsting met geprofileerde dagkanten. Cornucopia, een Mercuriusstaf en een voluut verrijken de meerledige sluitstenen van de portalen; de hoekpilasters dragen een cartouche met Mercuriusstaf. Een omlopende glasluifel met sierlijke smeedijzeren consoles en trekstangen aangebracht begin 1921, beschermt de pui. De hoofdverdiepingen worden geritmeerd door een kolossale colonnade van composiete zuilen en halfzuilen met gebuikte schacht, en pilasters met een mascaron op de hoeken. Deze dragen het klassieke hoofdgestel samengesteld uit een gelede architraaf, een fries met metopen en chutes, en een gekorniste kroonlijst met klossen en eierlijst. In het oplopende, stalen schrijnwerk zijn rood granieten panelen geïntegreerd ter hoogte van de borstweringen en de penanten. Binnen dit schema onderscheidt het middenrisaliet zich door composiete pilasters met een mascaron en guirlande, waarboven trigliefen met guttae. Cartouches en chutes accentueren hier de oplopende drielichten van de hoofdverdiepingen. De rondboog met geprofileerde booglijst van de attiek heeft een rolwerkcartouche met mascaron en de initialen “GB” als sluitsteen, geflankeerd door een vrouwelijk en mannelijk naakt. Het geheel is gevat tussen bewerkte postamenten en een gekornist, driehoekig pseudo-fronton met tandlijst, een topstuk en obelisken. De koepel met festoenen op de ribben draagt een belvédère, bekroond door putti die een wereldbol torsen. De zijrisalieten onderscheiden zich door oplopende, geriemde vensteromlijstingen op de hoofdverdiepingen, een vlak omlijste, ovale oculus met sluitsteen, leeuwenkop, festoen en booglijst in de attiek met kwartholle hoeken, en een geribde koepel met een topstuk. Verder wordt de attiekverdieping geritmeerd door zware hoekpostamenten, en voluutvormige postamenten met een leeuwenkop of siervaas in de tussenliggende traveeën. De attiekbekroning is geajoureerd met entrelacs in de zijtraveeën, en blind met de opschriften “GRAND BAZAR” en “DU BON MARCHE” (verwijderd) in de tussenliggende traveeën. Op het platte dak rust het polygonale bovenlicht van de vroegere centrale hal, met een betonskelet en oorspronkelijk een staal-en-glaskap. De pui gaat vandaag grotendeels schuil achter een gesloten terrasuitbouw.

Oorspronkelijk was het interieur georganiseerd rond de immense centrale hal op een ovale plattegrond, met een vier bouwlagen hoge vide bekroond door de glaskoepel. Deze werd omringd door drie galerijen met golvende, smeedijzeren borstweringen, geritmeerd door oplopende loggia’s, en geaccentueerd door een dubbele bordestrap in de middenas. Deze laatste verdween al in 1937, de glaskoepel pas bij de renovatie van 1991-1993.

Uitbreiding hoek Schoenmarkt en Beddenstraat

Gebouw in art-decostijl naar ontwerp van Edouard Van Opstal en Emiel Van Averbeke uit 1928. Het gevelfront met afgeronde hoek, dat vierentwintig traveeën en zes bouwlagen omvat, heeft een parement uit witte natuursteen. De opstand beantwoordt aan een drieledig compositieschema, opgebouwd uit de pui (verbouwd), de bovenbouw in kolossale orde en de als terugwijkende attiekverdieping uitgewerkte topgeleding. Verticaal onderscheiden de eerste achttien traveeën zich door een alternerend ritme van oplopende drie- en éénlichten, nadrukkelijk geaccentueerd door meerledig geribde pilasters met een gestileerd kapiteel. Verder beperkt het decor van de bovenbouw zich tot typische keperfriezen op de borstweringen. Met dezelfde traveeënindeling is de attiekverdieping gevat tussen de geajoureerde borstwering en de getande daklijst, voorheen geaccentueerd door een keperfries. Oorspronkelijk werd de hoekpartij bekroond door een ronde toren met glaskoepel, opgebouwd uit drie getrapte, in hoogte afnemende geledingen met een alternerend geribde opstand. Deze werd gesloopt na de brand van 1937. Oorspronkelijk onderscheidde de opengewerkte pui zich door gecanneleerde pilasters en een kleurrijke mozaïekbekleding met geometrisch patroon in art-decostijl op de penanten. De laatste zes traveeën zijde Beddenstraat wijken af door een eenvoudiger opzet, gemarkeerd door hoger opgetrokken zijrisalieten en vlakke lisenen in de tussenliggende traveeën. De pui met vroegere personeelstoegangen en loskaden en een bekleding uit blauwe hardsteen is bewaard.

Zoals het hoofgebouw was ook deze vleugel oorspronkelijke georganiseerd rond een centrale, rechthoekige vide bekleed met goudkleurig mozaïek, onder een glazen bovenlicht. Gemarkeerd door monumentale kroonluchters in de hoeken, werd deze omringd door vier galerijen met art-decoborstweringen van de verkoopsplateaus, ontsloten door een trap en liften aan de westzijde. Een ronde inkomhal met luifel en tochtportalen vormde de toegang in de hoekpartij. De kelderverdieping herbergde de refter, kleedkamers en sanitair van het personeel, de vijfde verdieping de ‘reserve’, en het platte dak was ingericht als dakterras. Het glazen bovenlicht verdween in 1969 voor de inrichting van het dak als parking.

Uitbreiding hoek Beddenstraat en Eiermarkt

Gebouw in zakelijke art-decostijl naar ontwerp van Edouard Van Opstal en Emiel Van Averbeke uit 1929. Het geknikte gevelfront dat dertien traveeën en zes bouwlagen omvat, heeft een vlak behandeld parement uit witte natuursteen. De bovenbouw is opgebouwd uit registers van brede raampartijen, met als enig reliëf gelede spaarvelden, vensteromlijstingen en geprofileerde waterlijsten, die zijde Eiermarkt de eerste drie verdiepingen accentueren. Van 1938 dateert de topgeleding. Oorspronkelijk betegeld met een plint uit graniet, is de pui recent opnieuw bekleed. Ter hoogte van de hoek met de Beddenstraat is een getrapte nis uitgespaard voor het pompbeeld van Teun de Eierboer, dat hier al sinds 1909 tegen het vroegere gebouw van de Grand Bazar stond opgesteld.

De vleugel bood gelijkvloers ruimte aan de voedingsafdeling met groenten en fruit, vleeswaren, kruidenierswaren, confiserie-patisserie, een afzonderlijke viswinkel en slijterij, met koelruimten in de ondergrond. Op de eerste verdieping liep de verkoopsoppervlakte van het warenhuis door. De tweede en derde verdieping werden grotendeels ingenomen door de dubbelhoge ‘tearoom’ met office en spoelruimte, waarvan de keuken, bakkerij en wasserij zich op de vierde verdieping bevonden. De bouwplannen vermelden een vermoedelijke lichtreclame met opschrift “TEAROOM” op de hoek.

Uitbreiding Eiermarkt

Gebouw in zakelijke art-decostijl naar ontwerp van Emiel van Averbeke uit 1930. Het geknikte gevelfront dat zes traveeën en vijf/vier bouwlagen omvat, heeft een parement uit witte natuursteen, op een plint uit graniet. Tweeledig van opzet, vormen de lagere laatste drie traveeën de nieuwe zijgevel van het hoofdgebouw uit 1920, dat door de sloop van het aanpalende hoekhuis met de vroegere Hespenstraat vrij was komen te staan. Het hoofdvolume gevormd door de eerste drie traveeën, beantwoordt aan een axiaal-symmetrisch opzet, in de middenas gemarkeerd door de oplopende risaliet- en erkerpartij, met een getrapte bekroning belijnd door de daklijst. Opgebouwd uit oplopende, rechthoekige vier- en éénlichten, wordt het risaliet geflankeerd door oplopende rondboogtweelichten. Vlakke omlijstingen versterken het verticale ritme van de opstand, en geven reliëf aan het verder vlak behandelde parement. De opstand van de laatste drie traveeën is opgebouwd uit regelmatige registers van rechthoekige muuropeningen, gevat tussen ingediepte, kolossale lisenen die het klassieke hoofdgestel dragen.

  • DESLANDES A.P. 1972: Historique du Grand Bazar d'Anvers 1885-1968, Antwerpen.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De Antwerpse vestiging van Grand Bazar sloot al in 1988 in plaats van 1992 haar deuren.

  • DENDOOVEN P. 2002: Analyse. Van Grand Bazar tot Quel bazar!, De Standaard, 25 april 2002.
  • Informatie meegedeeld door Miguel Duro Gonzalez (9 juni 2023).
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Grand Bazar [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4014 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.