erfgoedobject

Gesloten hoeve

bouwkundig element
ID
48858
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48858

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gesloten hoeve
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Gesloten hoeve met deels gekasseid erf
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gesloten hoeve
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

De hoeve is gelegen in de wijk Hoekje binnen het zuidelijk deel van Schoonaarde. De voorste vleugel van de hoeve met gesloten aanleg paalt met een smalle gekasseide strook aan de noordelijke straatzijde. De hoeve is omringd door percelen landbouwgrond.

Op de Oostenrijkse kabinetskaart van graaf de Ferraris (1771-1778) is op dezelfde locatie een gebouwengroep met losse configuratie weergegeven. Op het primitief kadasterplan (1829) van Schoonaarde is een kleinere woning getekend ter hoogte van het huidige achterin gelegen boerenhuis en een L-vormig bijgebouw aan de straat. Volgens kadasterarchief werd de hoeve in 1837 vervangen door een nieuwgebouwde met gesloten aanleg rond een rechthoekige binnenplaats.

Naar verluidt werd de vervallen schuur aan de straat in midden 20ste eeuw (jaren 1950) grotendeels gesloopt en overbouwd door een bredere constructie waarin de huidige toegangspoort met doorrit is opgenomen; deze bedrijfsvleugel is op het huidig kadasterplan niet gekadastreerd.

Aan de volledig gekasseide rechthoekige binnenplaats van de hoeve palen in U-vorm opgestelde hoevegebouwen uit het tweede kwart van de 19de eeuw: ten westen de langsschuur met voorpuntgevel aan de straatzijde, ten noorden het aan de achterzijde van de binnenplaats gelegen boerenhuis, ten oosten de lage vleugel die de stallen en een vroeger knechtenhuisje omvat. Elk van deze gebouwen getuigt door de aandacht voor architecturaal verzorgde details van de welstand die de toenmalige bouwheer met de constructies wou etaleren. De gebouwen zijn opgericht in baksteen onder zadeldaken met rode pannen voor de schuur en stallen, zwarte voor het boerenhuis.

De boerenwoning is acht traveeën breed en telt anderhalve bouwlaag. Het zadeldak met midden een dakklokje aan ijzeren stoel, loopt westwaarts door boven de poorttravee met doorrit naar het achtererf. De naar het zuiden gerichte erfgevel vertoont een pittoresk contrasterend kleurgebruik typerend voor de boerenhuisbouw: rood, wit en groen, hier gecombineerd met grijs onder meer voor hardstenen gevelelementen. Boven de grijze gecementeerde plint is de erfgevel tot en met de kopse puilijst roodgekleurd met gewitte voegen. De halfronde zoldervensters, in de hoevebouw sinds de eerste helft van de 19de eeuw courant gebruikelijk, zijn uitgespaard in de gewitte bepleisterde boord onder de geprofileerde daklijst. Karakteristieke accentuerende neoclassicistische hardstenen deuromlijsting. De pilasters op neuten die het hoofdgestel schragen zijn hier verrijkt met een Ionisch kapiteel. Decoratieve ijzeren tracering in het bovenlicht: twee gekruiste pijlen oversnijden een ingeschreven ruit. De rechthoekige benedenvensters bezitten een hardstenen latei en lekdrempel; hun gewitte houten luiken en raamkozijnen zijn in een jongere periode vervangen. Zoldervensters met bewaarde waaiervormige tracering. De rechthoekige poort links bezit flankerende pilasters met hardstenen lijstkapiteel. Tegen het penant tussen de eerste en tweede venstertravee is een groengeschilderde armwaterpomp geplaatst.

De bakstenen achtergevel wordt afgelijnd door een gewitte geprofileerde daklijst. De benedenvensters zijn van hetzelfde type als in de voorgevel doch met tralies, ander houtwerk en naar verluidt gerecupereerde pijlvormige luikklemmen. De achterdeur is gevat in een gelijkaardige doch soberder en grijs geschilderde deuromlijsting. De korfboog van de poortdoorrit zet aan op bakstenen imposten. Het rondbogig zoldervenster in de rechter zijpuntgevel met houten onder- en tussendorpel bewaart zijn kleine roedeverdeling.

Interieur. De oorspronkelijke kamerindeling bleef grosso modo behouden. De inkomhal en de zogenaamde "beste kamer" in de linker voorkamer kregen een plafondbepleistering met cirkelvormig lijstwerk, in de overige kamers bestaat de zoldering uit de traditionele samengestelde balklaag. De kamers aan de voorzijde van de woning zijn uitgerust met paneeldeuren met koperen deurkrukken en met houten omlijsting opgesmukt door consoles op guttae en een al dan niet getande kroonlijst. In de keuken, de centrale kamer aan de achterzijde, is een kenmerkende Vlaamse haard behouden met haardwangen van gesinterde bakstenen en haardbalk met geprofileerde bordenlijst; in dezelfde ruimte komt ook een kenmerkend driedeurengeheel voor. In de twee opkamers, toegankelijk met een steektrap van gesinterde bakstenen, ligt nog een originele vloer van grijze vierkante tegels. In de overige kamers zijn de vloeren in de 20ste eeuw vervangen. Een van beide overwelfde kelders is gedicht, de keldertrap werd vernieuwd.

De indrukwekkende zolderruimte is enkel bereikbaar via de zoldertrap in de doorrit links; deze vroegere graanzolder, bewaart zijn authentieke plankenvloer en spanten, bakstenen tussenwanden met rookkanalen.

Ten westen van de binnenplaats, langsschuur met groengeschilderde opgeklampte korfboogpoort onder boog op bakstenen imposten uiterst rechts in de voorpuntgevel. Ter verluchting is de geveltop doorbroken met twee rijen verluchtingsspleten en een kleine ovale oculus in de top; in de achtergevel zijn dezelfde openingen aangebracht. De twee toegangsdeuren in de erfgevel vertonen stijlen met sponning en een houten latei onder hoge hanenkam; de twee beluikte vensters met houten dorpels bewaren hun kleine roedeverdeling. De andere langsgevel vertoont enkel twee rijen verluchtingsspleten. Het schuurgebint rust overlangs op drie vierkante bakstenen pijlers. Het pannendak is binnenin met stropoppetjes gedicht.

De lage stallen aan de oostkant van de binnenplaats omvat op het noordeinde een kleine woning met Vlaamse haard en samengestelde balkenlaag, volgens mondelinge overlevering het vroeger knechtenhuisje; staat met een deur in scheidingswand met gedicht venster in verbinding met de aanleunende koeienstallen. De erfgevel van de stallen is in decoratieve baksteenbouw uitgevoerd: geritmeerd door pilasters onder uitspringend lijstwerk en afgelijnd door een getrapte daklijst. Een deel van de erfgevel gaat schuil achter de in de jaren 1950 aan de straatzijde opgetrokken stallen; door de bouw van dit volume werd de aanvankelijke oppervlakte van de binnenplaats verkleind.

  • Vlaamse Overheid, Ruimte & Erfgoed, Afdeling Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gesloten hoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48858 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.