Achterin gelegen bakstenen hoeve van het gesloten type, ten westen en ten zuiden begrensd door de Molenbeek. Voormalige watermolen en brouwerij aan de volledig gekasseide binnenplaats met onregelmatige vorm.

Watermolen, waarvan reeds melding in 1571, vroeger bezit van de heer van Opbrakel. Vergroting van de maalinstallatie van de graanwatermolen in 1882 en in 1891 plaatsing van een stoommachine en schoorsteen. Stopzetting van de maalderij samen met de in 1901 bijgevoegde brouwerij in 1947. Sloop van de schoorsteen in 1967; grote molenvijver ten westen sindsdien geleidelijk dichtgeslibd en opgevuld.

Rechte oprit tot overzolderde poort met brede rechthoekige doorrit (westelijke erfhoek); makelaar van poort met jaartal 1881 onder kruisje verwijzend naar uitbreiding van hoevecomplex onder meer met stoommaalderij.

Ten noorden, breedhuis van zes traveeën en twee bouwlagen, onder zadeldak (kunstleien); kern van één bouwlaag met gedrukt overwelfde kelder, aangepast en verhoogd met één bouwlaag wellicht in Het eerste kwart van de 20ste eeuw. Naar het zuiden gerichte erfgevel met gecementeerde benedenverdieping.

Links aanpalend wagenhuis van twee traveeën op bietenkelder.

Ten oosten, L-vormig bedrijfsgebouw uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, bierkelder in zuidelijke travee.

Ten zuiden, heden bouwvallige vroegere watermolen van twee traveeën en twee bouwlagen op kelderverdieping, onder zadeldak (pannen). Twee poorten of brede deuren met houten latei in de erfgevel. Balklagen met moerbalen op sloffen. Twee molenstenen geven plaats aan van de twee maalstoelen, verplaatste steenkisten van hout en zink. Sluisdeur op de zolder en cilindervormige vergaarbak. Ten oosten aansluitend vroeger brouwerijgebouw van anderhalve verdieping op kelderverdieping (installatie volledig verdwenen).

Ten noorden achter het woonhuis, groot enkelvoudig bakhuis met loodrecht erop een bijgebouw, lange gebogen serre sinds circa 1987 overgebracht uit Overijse.