Breedhuis, heden opgesplitst in een tweegezinswoning, vier bouwlagen en dito traveeën onder steil licht gebogen afdekkend zadeldak (kunstleien, nok parallel aan de straat), vermoedelijk wijzend op een oudere kern.

Bepleisterde en witgeschilderde classicistische lijstgevel uit het vierde kwart van de 18de eeuw, geleed door vlakke pilasters aansluitend bij de gekoppelde en gegroefde consoles onder de erg uitspringende en deels omlopende kroonlijst. Rechthoekige vensters met verdiepte borstweringen; deurvensters van de bel-etage voorzien van ijzeren balkonleuningen: empiregetint in de eerste travee.

Begane grond bij nummer 28: links en rechts fraaie smeedijzeren lichtarm met lantaarn.