Gelegen aan de hoek met Jonkershovestraat. Sint-Jozefskerk, parochiekerk heropgebouwd in de jaren 1920. Bewaard omhaagd kerkhof met arduinen grafzerken en één ijzeren kruis, vanaf de jaren 1920. Tegen de westgevel van de linker zijgevel, arduinen grafsteen en kruis met inscriptie: "RUSTPLAATS VAN E.H. CH. COSTENOBLE OUD APOSTOLISCHE MISSIONARIS IN AMERIKA. EERSTE PASTOOR VAN JONCKERSHOVE 1864-1884. GEBOREN TE HANDZAEME 30 JANUARI 1826 GESTORVEN TE WOUMEN 6 AUGUSTUS 1886". In de kerkhofmuur is een gedenkteken ter herinnering aan de oorlogsdoden ingewerkt. Op de hoek met de Jonkershovestraat, Heilig Hartbeeld (zie Mgr. Schottestraat zonder nummer).
In 1862-1863 wordt de Sint-Jozefskerk gebouwd op gronden geschonken door de Rijselse families de la Chaussée en Jombart. In 1873 wordt Jonkershove een zelfstandige parochie. J. Mareels, beeldhouwer en houtsnijder die pas in Jonkershove woonde, kreeg de opdracht om de preekstoel en de biechtstoelen te snijden. Tijdens de eerste Wereldoorlog wordt de kerk als ziekenboeg ingericht en in 1918 wordt ze opgeblazen. Na de oorlog wordt de kerk circa 1922-1924 volledig heropgebouwd in een (neo)gotische stijl als interpretatie van de regionale baksteengotiek, typisch voor de wederopbouwarchitectuur (inwijding van de kerk in 1924). Ontwerp van architect René Cauwe (Brugge), uitvoering door de West-Vlaamse heropbouwmaatschappij (Roeselare).
Gedenkplaten binnen in de kerk herinneren aan de bouw van de eerste kerk en de daarbij betrokken personen. Zwarte natuurstenen platen met inscripties: "MEMOIRE CETTE EGLISE A ETE BATIE EN 1863 PAR MONSIEUR P.L. CHAVAETE, CURE DE WOUMEN. AVEC LES FONDS LEGUES SPECIALEMENT A CETTE FIN PAR MONSIEUR L'ABBE BEAUPREZ, MISSIONNAIRE DECEDE EN AMERIQUE L'AN 1850. LE TERRAIN A ETE DONNE PAR MESSIRE CHARLES-LEOPOLD-MARIE DE LA CHAUSSEE, ECUYER, ET MONSIEUR PIERRE-JOSEPH JOMBART, PROPRIETAIRES A LILLE DEPARTEMENT DU NORD " (rechts van het portaal), en "(...) C.L. COSTENOBLE MISSIONARIS ZUID-AMERIKA (...) SIERADEN DEZER KERK VERSCHAFT (...) EERSTE HERDER VAN JONCKERSHOVE" (links van het portaal).
De plattegrond ontvouwt: een georiënteerde driebeukige hallenkerk met beuken van zes traveeën met centraal ingebouwde westtoren, pseudotransept van één travee, zijkoren van één travee met rechte sluiting. Hoofdkoor met vijfzijdige sluiting. In het verlengde van de zijkoren, sacristie en nutsruimte.
Materialen: gele baksteenbouw met markerende sierankers, leien zadeldaken en spits. Vernieuwde bakstenen stoepen.
Aansluitend bij de regionale baksteengotiek: vierkante, ingebouwde westtoren onder leien vierkante spits. Geprofileerd korfboogportaal onder licht vooruitspringend puntgeveltje met bekronende stenen hogel, erboven groot spitsboograam met bakstenen monelen, een blinde geleding met lichtgleuf, en een vierde geleding met spitsbogig galmgat. Overige traveeën gemarkeerd door spitsboogvensters met bakstenen monelen en (overhoekse) steunberen met versnijdingen. In de zuidbeuk, klein geprofileerd korfboogportaal.
Interieur. Driebeukige, witgeschilderde hallenkerk, gemarkeerd door de spitsbogige scheibogen op arduinen zuilen met knoppenkapiteel, omlijsting van de scheibogen en de vensters in baksteen. Houten spitstongewelven met beschilderde gordelribben en ijzeren trekstangen. Glasramen vernieuwd na de ontploffing van het munitiedepot van het DOVO (zie dorpsinleiding Houthulst) in maart 1945.
- Inventarisatie van Relicten uit de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek, (Provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen).
- DE VOS-STOCKMAN A., ROOSE B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie West-Vlaanderen, Kanton Diksmuide, Brussel, 1973, p. 23.
- GODDEERIS J., DETAILLEUR W., De neogotiek in West-Vlaanderen: religie en architectuur, s.l., 2002, p. 118.
- NOTEBAERT A., NEUMANN C. e.a, Inventaris van het archief van de Dienst der Verwoeste Gewesten, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 1986.