Breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit de 19de eeuw. Bepleisterde lijstgevel met neoclassicistische gevelaankleding van 1926 naar ontwerp van architect L. Goormachtigh (Brugge) onder meer getypeerd door rondboogvensters en -poort op begane grond, gevat in geprofileerde omlijstingen met sluitsteen. Bovenverdieping geleed door pilasters met basement en uitgewerkt kapiteel met festoenen; rechthoekige vensters in geprofileerde nis bovenaan versierd met smalle fries. Oeil-de-boeuf boven de poorttravee. Verzorgde houten vleugelpoort; typische kleine roedeverdeling in de bovenlichten.