Diephuis van drie/twee + drie traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit de 16de tot de 17de eeuw. Verankerde, bepleisterde en grijsbeschilderde trapgevel (6 treden + topstuk) op grijze plint. Aangepaste muuropeningen: rechthoekige deur en vensters op de bovenverdieping met afgeschuinde dagkanten van oorspronkelijk bolkozijn. Geblokte luikopening in de top. Zijgevel heeft op de bovenverdieping segmentboogvenster met afgeschuinde dagkanten en een hoge schoorsteenschacht steunend op consoles met gebeeldhouwde kopjes; andere schoorsteenschacht boven de rechter travee. De achtergevel: is een verankerde en bepleisterde puntgevel, venster in rondboognis en in de top segmentboogvormige luikopening; afgeschuinde dagkanten.
Interieur. Balk met sleutelstukken, dakspant met twee schaargebinten, telmerken. Op de bovenverdieping, aan de straatkant, laatgotische natuurstenen schouw met gebeeldhouwde kopjes van echtpaartje.
Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Fiche, mei 1982.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 199.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)