erfgoedobject

Herenhuis Den Lombaert

bouwkundig element
ID
83308
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/83308

Juridische gevolgen

Beschrijving

Zogenaamd huis "Den Lombaert". Voormalige herenwoning gebouwd omstreeks 1767 in opdracht van Charles le Gillon in plaats van een breedhuis met traptoren, zie kaart van Marcus Gerards (1562). 1828: wijzigen korfbogige koetspoort gevat in een risaliet en bekroond door een driehoekig fronton en optrekken van koetshuis. Latere toevoegingen, onder meer in 1849 bouwen van een koetspoort palend aan het huis en de bovenverdieping overdekt met een glazen wintertuin. 1947: koetsgebouw omgebouwd tot woongelegenheid van de huisbewaarder. Huidig uitzicht resultaat van "Kunstige Herstelling" van 1993-1994 naar ontwerp van architecten C. Lebbe en J. Vermeersch (Brugge): herstellen en herschilderen van de straatgevel, restauratie van het interieur onder meer marmeren van architecturaal belangrijke elementen. Sterk symmetrisch opgevatte bepleisterde en beschilderde lijstgevel van zeven traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Gemarkeerde registerindeling door middel van arduinen puilijst en kordons; voorts ordonnerende hoekbanden met Franse voegen ter aflijning van de gevel en het middenrisaliet. Laatst genoemde bekroond met een driehoekig fronton met ronde oculus in een vlakke omlijsting. Segmentbogige muuropeningen in vlakke bepleisterde omlijsting met oren. Benedenvensters oorspronkelijk beluikt.

Bijhorende tuin doorlopend tot aan Verbrand Nieuwland met rijk bomenbestand bestaande uit onder meer esdoorns, Japanse noteboom, plataan en hemelboom. Heraanleg van tuin naar ontwerp van landschapsarchitect P. Deroose (Jabbeke).

Interieur. Deels onderkelderd, twee kelders met tongewelf. Vroegere keuken met barokke schouw, nu voorzien van radiator in art-nouveaustijl. Typerende indeling en ruimtewerking met koetsdoorrit met bakstenen in visgraatmotief. Wanden geritmeerd door vlakke pilasters voorzien van marmerimitatie. Rechts aansluitende vestibule toegankelijk via marmeren treden met ervoor gemarmerde pilasters. Vestibule met vier centrale losstaande gemarmerde zuilen met Corinthische kapitelen. Tegen de zijwanden gemarmerde pilasters en een pleisterplafond; bevloering met witte en zwarte marmeren tegels. Trappenhuis aan de tuinzijde met keizerstrap voorzien van mahoniehouten handgreep en eenvoudige spijlen leidend naar het bordes. Ruimte is overwelfd met een ovale koepel voorzien van verzorgde kroonlijst met tandlijst op consoles. Enfilade van salons op de begane grond. Plintlambrisering, vleugeldeuren, plafondlijstwerk; in het derde en vierde salon bepleisterde moerbalken. Schouwen en schouwboezems dateren uit het tweede tot derde kwart van de 19de eeuw en zijn waarschijnlijk het gevolg van wijzigingen in of omstreeks 1849, onder meer zwartmarmeren en grijsmarmeren voluteschouw. Aan de tuinzijde een eetkamer met witmarmeren voluteschouw, twee bepleisterde moerbalken, groenbeschilderde lambrisering waarboven een reeks van vijf grote landschappen van Jan Garemijn hangen. Laatst genoemde afkomstig van het oorspronkelijke herenhuis Dijver nummer 7. Gelijkaardige aanleg van de tweede bouwlaag. De trapzaal leidt tot de vestibule en een centrale gang met stucplafond, waarop de meeste kamers aansluiten. Uiterste kamer rechts met schouwboezem voorzien van een stucwerkversiering uit de 18de eeuw en twee bepleisterde moerbalken parallel met de straat. Kamer links met stucwerkplafond voorzien van een stermotief, plintlambrisering en marmeren voluteschouw. Dakconstructie samengesteld uit hergebruikmateriaal.

Koetsgebouw. Verbouwde straatgevel. Gevel aan de binnenkoer met de nog oorspronkelijke classicistische ordonnantie. Zeven rondbogen met geprofileerde omlijstingen; middelste drie met poorten, overige zijn blind. Bovenvensters met geprofileerde omlijstingen op doorgetrokken dorpels. Aansluitend vermoedelijk het voormalige badhuis. Bepleisterde lijstgevel van drie traveeën en één bouwlaag. Muuropeningen met neogotische roedeverdeling.

Op het einde van de tuin een tuinpaviljoen van drie traveeën onder mansardedak bedekt met leien. Gebouwd tegen de tuinmuur aan het Verbrand Nieuwland. Bepleisterde lijstgevel geritmeerd door Dorische pilasters.

  • Dienst Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening Brugge, Bouwvergunningen, nummer 1612/1992, nummer 1063/1992, nummer 1627/1993.
  • Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota, 12 april 1990.
  • Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, zonder nummer 1828, nummer 53/1849, nummer 681/1938.
  • CONSTANDT L. (ed.), Behoedzaam omgaan. Monumentenzorg in Brugge, 1988-1993, 1994, p. 144-145.
  • DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 202.

Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis Den Lombaert [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/83308 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.