Verzorgd breed burgerhuis van twee bouwlagen en vijf traveeën onder pannen zadeldak. Volgens literatuurgegevens in opdracht van Charles-Louis De Smedt en Constance Burm, respectievelijk zoon van kolenhandelaar Jan-Baptist De Smedt, eigenaar van "Den Anker", en dochter van olieslager Philip Burm, gelijktijdig met het aanpalend pand nummers 30-32 in 1837 opgetrokken, waarvan de bouw in 1841 kadastraal werd genoteerd. Vrij gaaf bewaard onderkelderd dubbelhuis met de typische opbouw en strakke ritmering van een wat grotere burgerwoning in neoclassicistische stijl. Centraal een benadrukte inkompartij met een fraaie dubbele deur in neoclassicistische stijl gevat in een hardstenen omlijsting met kroonlijst en neuten. Rechthoekige vensters met bewaard schrijnwerk, op de begane grond voorzien van volle luiken en hardstenen boven- en onderlateien. Voorgevel wellicht gelijktijdig met nummers 30-32 ontpleisterd.