Hoeve "Houthage", bestaande uit losstaande hoevegebouwen opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw, met cichorei-ast uit 1938, op een site die minstens teruggaat tot de 15de eeuw.

Historiek

Centrale hoeve van de heerlijkheid "Houthaege". De naam Jan van der Houthaghe komt reeds voor in 1382, gesneuveld in de Slag van Westrozebeke. "Houthage" wordt als hofstede en oud leengoed vermeld in De Flou, voor het eerst voorkomend in bronnen uit 1462. De heerlijkheid was afhankelijk van de heerlijkheid van "Gruuthuse" of "Thielt-ten-Hove". De hoeve wordt in 1502 "stede ter Oudthage" genoemd, in het landboek van Aarsele (1653) komt "Goet van Hauthave" voor. Een beschrijving uit 1731 luidt: "stede ter houtaghe, eene schoone ende wel betimmerde hofstede met den wal, ende landen daer ontrent".

In 1778 wordt de hoeve bewoond door burgemeester Jan Caron, later door de familie Ide. Op de Ferrariskaart (1770-1778) worden het woonhuis en de stal op hun huidige plaats weergegeven. In 1822 is de hoeve eigendom van de familie Malcamp de Balsberghe, in de tweede helft van de 19de eeuw van de familie della Faille d'Huysse. De hoeve bestaat in het eerste kwart van de 19de eeuw uit drie grote hoevegebouwen in U-vorm rondom een erf, met aan de noord- en oostzijde restanten van een vierkante omwalling. De hoeve was aan de oostzijde toegankelijk via de Haantjesstraat, aan de noordzijde via de huidige Houthagestraat. Het boerenhuis met stal aan oostzijde staat haaks op de weg. Haaks daarop aan de oostzijde van het erf staat een stal, ten zuiden parallel met het boerenhuis een schuur. Ten zuidoosten staat een bakhuis. Circa 1860 wordt aan het boerenhuis een noordelijke uitbouw gerealiseerd. Volgens het kadaster wordt in 1875 parallel met de bestaande stal een nieuw stalvolume (onder schilddak) gebouwd aan de oostzijde van het erf. In 1938 wordt door landbouwer Jan Dewulf een grote ast aangebouwd aan de westzijde van de schuur, hoewel de cichoreiteelt toen al over zijn bloeiperiode heen was, en na de Tweede Wereldoorlog helemaal in elkaar zakt.

Beschrijving

Gerenoveerd éénlagig boerenhuis van zeven traveeën in gepleisterde en witgeschilderde verankerde baksteenbouw met grijsgeschilderde plint voorzien van voegwerkimitatie, onder overkragend zadeldak in zwarte Vlaamse pannen. Rechthoekige muuropeningen met nieuwe invulling. Nokverhoging en nieuwe aanbouwen aan noordzijde. Oostelijk stalgedeelte met laag getoogd deurtje en nieuwere stalvensters.

Bakstenen stalvolumes onder pannen zadel- en schilddaken, ingebouwd door nieuwe nutsgebouwen. Oorspronkelijk met getoogde muuropeningen. Bakstenen schuur onder overkragend zadeldak in mechanische pannen. Grote rechthoekige poortopeningen, aan zuidzijde gedicht; inbreng van nieuwe stalvensters. Westelijke aanbouw van cichorei-ast van vier niveaus onder golfplaten zadeldak, voorzien van zware korte muurankers en rechthoekige muuropeningen.