Hoeve bestaande uit losstaande bestanddelen, met landgebouwen minimaal teruggaand tot 1830 en boerenhuis uit het derde kwart van de 19de eeuw. Op de Ferrariskaart (1770-1778) worden reeds drie volumes aangeduid op de plaats van de huidige hoeve, weergegeven als behorend bij Tielt. Circa 1830 bestonden twee parallelle volumes: woonstalhuis en schuur, klein bakhuisje en restanten van walgracht of poel ten oosten (zie primitief kadasterplan). In 1862 wordt volgens kadaster een nieuw boerenhuis gebouwd ten zuiden van het oude woonhuis met stal, dat gedeeltelijk wordt afgebroken (resterend stalgedeelte).

Onverhard begraasd erf, toegankelijk via korte oprit en langs ijzeren hek tussen betonnen pijlers, afgesloten met haag (gedeeltelijk in meidoorn). Aan noordwestzijde van het erf een bakstenen boerenhuis van zes traveeën onder pannen zadeldak (mechanische pannen, nok loodrecht op straat). Licht getoogde gevelopeningen, groene luiken; vernieuwd schrijnwerk; natuurstenen onderdorpels; gewijzigde westgevel.

Aan zuidoostzijde van het erf in het verlengde van de erfoprit een schuur met stallen, bestaande uit een langwerpig volume in verankerde donkerrode baksteenbouw onder pannen zadeldak (voornamelijk Vlaamse pannen, nok parallel met boerenhuis). Uitbouw aan erfzijde onder lessenaarsdak; oostelijk stalgedeelte onder lagere nok. Rechthoekige schuurpoort, getoogde staldeuren en -vensters.

Ten noorden van het boerenhuis bevindt zich een klein bijgebouw, vermoedelijk het stalrestant van het vroegere woonhuis.