Dieper gelegen, kleine hoeve van het langgeveltype met hoofdvolume vermoedelijk opklimmend tot eind 18de of begin 19de eeuw confer afwezigheid van bebouwing op de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), en weergave van het boerenhuis op het primitief kadasterplan (circa 1835) en een niet nader gedateerd, 19de-eeuws kadasterplan. Het oorspronkelijke woonhuis, nu stallen, wordt in de 1860-1869 aan de oostzijde verder uitgebreid. Tevens aanleg van een bijhorende boomgaard. Ten laatste in 1882, bouw van een derde volume, opnieuw aan de oostzijde, en bouw van een bakhuis. In 1922 vergroting van zowel woonhuis als bakhuis. Eénlaags boerenhuis met aanpalende stallen. Verankerde baksteenbouw onder licht overkragende zadeldaken bedekt met pannen. Boerenhuis met witgeschilderde gevels op een zwarte plint. Voorzien van oorspronkelijk houtwerk met roedeverdeling. Lager volume met stallen onder vernieuwd zadeldak met pannen. Bijhorend bebost perceel aan straatkant afgezoomd door wilgen.