Imposante, vrijstaande villa schuin georiënteerd ten opzichte van de rijweg en vermoedelijk daterend van de jaren 1920-1930. Perceel reeds sinds de tweede helft van de 18de eeuw bebouwd; bebouwing voorheen behorend tot de naastgelegen stoomkorenmaalderij en olieslagerij Rommel (confer nummer 407). Gelegen tussen de Kortrijksestraat en de Olieslagerijstraat.
Voorafgaande bebouwing reeds weergegeven op de kaart van circa 1770 uit het Rijksarchief te Brugge; aangeduid als "huijs daer den coster van Wardamme woondt". Weergave van een huis en gebouw eigendom van de Dis van Waardamme en bewoond door Bernardus Rommel op het primitief kadasterplan (circa 1835). In 1887 wordt het woonhuis in opdracht van Felix Rommel (confer Kortrijksestraat nummer 405) vergroot: er wordt een bijkomend volume aan de straatkant gebouwd. In de periode 1924-1929 is het huis eigendom van de Maatschappij Jules en Charles Rommel van de ten noorden gelegen olieslagerij en vermoedelijk laten zij het (ver)bouwen.

Beschrijving

Opgetrokken in een combinatie van licht bruine en oranje baksteen, verlevendigd met natuursteen voor enkele lineaire accenten, bekroond door een pannen schilddak met twee kleine pirons en twee slanke schoorstenen. Aan straatkant afgeschermd door een bakstenen muurtje, centraal doorbroken door een ijzeren hekken en op de hoeken afgewerkt met een gelede, bakstenen pilaster. In de voortuin een hoge, afschermende haag en een pad met betontegels leidend tussen lage haagjes naar de voordeur. Hoofdvolume met rechthoekig grondplan, achteraan uitgebreid met smaller en lager soortgelijk volume. Later nog verder uitgebouwd met andere aanbouwen. De voorgevel is aan de linkerkant over twee bouwlagen uitgebouwd met een halfronde erker met vensterregisters opgedeeld door natuurstenen vensterstijlen. Sokkelvormende plint en inkompartij van oranje baksteen. Voordeur tussen natuurstenen, gebogen zijkanten. Boven de voordeur bevindt zich een deels afgerond, bakstenen terrasje met buisleuning. Horizontale geledingen (ook over de zijgevels) als banden doorgetrokken, natuurstenen lekdrempels en in verschillend metselwerk doorgetrokken lateien. Zijgevel met rookkanaal in reliëf. Deels vernieuwd houtwerk. Enkele vensters (onder meer in de erker) bewaren de voor de jaren 1950 typische glas-in-loodverdelingen.