Stadhuis uit 1862 naar ontwerp van Emile Vanhoecke-Peeters, zie gevelplaat met namen van toenmalig stadsbestuur en architect.

Hoekpand van het dubbelhuistype met drie bouwlagen, voorgevel van vijf traveeën, zijgevel van drie traveeën, onder schilddak (leien). Bepleisterde en geschilderde baksteenbouw op arduinen plint. Gevels afgelijnd door negblokken; begane grond en middenrisaliet met imitatiebanden, laatstgenoemde onder attiek met sierstukken uitlopend op een rondboogvormige dakkapel. Rechthoekige muuropeningen. Benedenvensters met doorlopende onderdorpels. Bel-etagevensters in geriemde omlijsting onder bekronende druiplijst; balustrade op de borstwering. Bovenvensters ingeschreven in geriemde omlijsting met oren en drup. Rechthoekige deur in arduinen profiellijst, daarvoor portiek met Toscaanse zuilen onder balkon. Deurvenster onder driehoekig fronton. Entablement met casementen. Kroonlijst op paarsgewijze gegroepeerde consoles. Zijgevel, uitgewerkt als een uitbouw onder driehoekig fronton met oculus, kroonlijst op klossen. Zelfde ordonnantie als voorgevel. Vierkante lantaarntoren.

Rechts aanbouw van drie bouwlagen en vier traveeën onder zadeldak. Bepleisterde en geschilderde baksteenbouw op arduinen plint. Begane grond met imitatiebanden onder vlakke cordon. Daarboven aanzet van lisenen. Licht getoogde bel-etagevensters, rechthoekige bovenvensters. Casementen op de borstwering van de bel-etage. Begane grond met vernieuwde muuropeningen.