Ensemble van drie gekoppelde winkelhuizen in modernistische stijl waarvoor bouwaanvraag van 1938, ter vervanging van twee dorpswoningen. Opgetrokken in opdracht van T. Van Goidsenhoven en naar ontwerp van de architecten Eduard Bilmeyer en Henri Claes. Gebouw van drie bouwlagen en in totaal drie brede traveeën onder plat dak. Commercieel gelijkvloers afwisselend geopend met etalages en diepe inkomportalen. Een visueel onafhankelijke, 'zwevende' bovenbouw met drie asymmetrische tweezijdige monumentale erkers in gele baksteen tegen een gevel van rode baksteen die verder blind is en enkel fungeert als verzonken omlijsting van de erkers. De erkers zijn geschraagd op een betonplaat en op de hoek voorzien van een muizentand en van hoekvensters in een omlijsting van bruine tegels. De monumentale erkers verlenen ritme aan de gevel en dynamiek aan de straat. Deze dynamiek, meer precies een horizontale beweging weg van de kerk, wordt versterkt door het baksteenmetselwerk van het Belvédère-type met zogenaamde Dudokvoeg - verdiepte lintvoeg en platvolle stootvoeg - kenmerkend voor de jaren 1930. Heldere en homogene planindeling waarbij de gemene muren als spiegelassen fungeren. Volgens de bouwplannen beschikken de winkels over een achterkamer, keuken en magazijn. De appartementen op de bovenverdiepingen bestaan uit een woon- en slaapkamer in enfilade en een keuken.

Ensemble van drie winkelhuizen, waarvoor bouwaanvraag van 1938 naar ontwerp van E. Bilmeyer en H. Claes; drie bouwlagen onder plat dak, opgetrokken uit twee kleuren baksteen en gemarkeerd door asymmetrisch tweezijdige en doorlopende erkers, waarvan vorm en ritme werd overgenomen in de nieuwe bouw van het Sint-Vincentiusrustoord aan de overzijde van de straat.