Den Os ()

Traditioneel diephuis genaamd "den Os", reeds vermeld in het eerste kwart van de 14de eeuw, en vanaf 1550 in gebruik als accijnshuis. Verkocht in 1566, werd het pand vervolgens heropgebouwd door de meester-metselaars Pauwels Aelwijns en Dieric Hackaert, en stadssecretaris Peeter van Wesenbeke, maar brandde volledig af tijdens de Spaanse Furie in 1576. Pas in 1612 liet de familie De Groote “den Os” opnieuw optrekken. Tijdens de 18de en 19de eeuw was het pand in het bezit van de families Francot, Van Opstal, Schilders en Corluy. De Stad Antwerpen kocht “den Os” in 1877, voor inrichting van de kantoren van de ‘Rechterlijke Policie’ met woongelegenheid. Bij de aanpassingswerken naar ontwerp van stadsbouwmeester Pieter Dens uit 1878, voltooid in 1880, werden de trapgevel gerestaureerd en een traphal toegevoegd tegen de achtergevel. Het gebouw huisvestte de hoofdcommissaris, de staf van de burgerwacht en diverse politiediensten.

Diephuis van vijf traveeën, drie bouwlagen en een insteekverdieping onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien). De trapgevel met twaalf treden, door middel van muurankers 1612 gedateerd, heeft een parement uit bak- en zandsteen met speklagen en kwartholle negblokken, en gebruik van blauwe hardsteen voor de pui en insteekverdieping, voorzien van muurankers met gekrulde spie. Het opengewerkte gevelfront met een skeletstructuur, is opgebouwd uit registers van gekoppelde kruiskozijnen op begane grond en bovenverdiepingen en bolkozijnen op de insteekverdieping, alle met druiplijst; diefijzers op de begane grond en cordonvormende lekdrempels op de bovenverdiepingen. De rondboogdeur van het type 'diamantpoortje' in de linker travee heeft een geprofileerd beloop met neuten, diamantkopsleutel en -imposten, waarboven een gestrekte waterlijst op gecanneleerde voluutconsoles, en een rechthoekig bovenlicht met ijzeren traceerwerk; de deur rechts is een later verbouwd venster. Gemarkeerd door een omlopende waterlijst, wordt de tweeledige geveltop in het eerste register geopend door drie gekoppelde kruiskozijnen met druiplijsten, een rechthoekig drielicht in het tweede register en een balkgat in de top. Achtergevel: trapgevel in bak- en natuursteenbouw.

  • Stadsarchief Antwerpen, dossier MA#81499, plannen 697#1113-1115; foto FOTO-OF#5622.
  • ASAERT G. 2005: Honderd huizen aan de Grote Markt van Antwerpen. Vijf eeuwen bewoningsgeschiedenis, Zwolle/Antwerpen, 210-216.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Den Os [online], https://id.erfgoed.net/teksten/297794 (geraadpleegd op ).


Den Os ()

Pand "den Os", reeds vermeld in 1340. Het was toen een "hofstat gestaen aende marct' bewoond door ridder Gilys van der Borch. In 1906 was er het strafbureau van de burgerwacht gevestigd; heden (1976) het Museum voor Volkskunde.

Diephuis van vijf traveeën en drie bouwlagen + insteekverdieping onder zadeldak(leien). Trapgevel, door middel van ankers 1612 gedateerd; zand- en bakstenen parement op geprofileerde sokkel. Traditioneel uitgewerkt gevelfront met een skeletstructuur van gekoppelde kruisen bolkozijnen, laatstgenoemde op de insteekverdieping. Merkwaardige deuromlijsting met renaissance-inslag, uitgevoerd in witte natuursteen en blauwe hardsteen. Rondboog met gegroefde archivolten, voorzien van sluitsteen en imposten met diamantkop; vlakke rechtstanden met kwarthol uitgewerkte hoeken. Afgedekt door een strekse waterlijst, gesteund door gecanneleerde consoles. Rechthoekig bovenlicht met recentere glas-in-lood-tracering van ovalen en cirkels. De deur rechts is een verbouwd venster.


Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Den Os [online], https://id.erfgoed.net/teksten/3982 (geraadpleegd op ).