Neoclassicistisch burgerhuis op de hoek van Sint-Paulusplaats en Grote Kraaiwijk, gebouwd in opdracht van meester-schrijnwerker Cornelius (Corneille) Lamot, naar een ontwerp door de architect Henry Redig uit 1870.

Het gebouw behoort tot het rijpe oeuvre van architect Henry Redig, wiens loopbaan omstreeks 1840 van start was gegaan. Na een periode als stadsarchitect van Lier, vestigde Redig zich in 1855 in Antwerpen, waar hij tien jaar later tot de best beklante bouwmeester van zijn generatie werd gerekend. Tot op hoge leeftijd actief, omvat zijn indrukwekkende productie vele tientallen burger- en herenhuizen in de betere wijken van de stad. Deze werden veelal opgetrokken voor kapitaalkrachtige opdrachtgevers in de geldende neoclassicistische stijl, zoals het hotel Bovie-Van Camp uit 1869 in de Britselei. Het eclecticisme met neobarokke inslag en het polychrome materiaalgebruik van de kunstenaarswoning Arnold Arens uit 1878, betekenden een belangrijke wending in de architectuur van Redig, die twee jaar eerder was ingezet met zijn verdwenen eigen woning in de Amerikalei.

Hoekhuis van drie bij drie traveeën en vier bouwlagen, oorspronkelijk onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de Sint-Paulusplaats) met dakvenster, vandaag onder een plat dak. De oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, vandaag vlak gecementeerd met verlies van het stucdecor, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal belijnd door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, met blindvensters in vierde travee. Verkleinende registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters oorspronkelijk in geriemde omlijsting, in de voorgevel verrijkt met oren; casementen op de borstwering van de eerste verdieping. Het overhoekse caféportaal dateert van een latere verbouwing. Het oorspronkelijk klassieke hoofdgestel met gelede architraaf, fries en houten kroonlijst op klossen is verdwenen.

Neoclassicistisch hoekhuis (Grote Kraaiwijk) van respectievelijk drie en drie traveeën, vier bouwlagen en pseudomansardedak (kunstleien). Bouwaanvraag van 1870. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel. Begane grond verlevendigd met imitatievoegen. In de afgeschuinde hoek: rechthoekige deur in bewaarde omlijsting, de stijlen versierd met casementen en festoenen; flankerende rechthoekige vensters, in de eerste travee verlaagd tot deur (latere verbouwing?). Horizontaal gelijnde bovenbouw met doorlopende lekdrempels met geprofileerde onderkant; rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, op de noordgevel voorzien van oren. Eenvoudige spiegeldecoratie op de verdiepte borstweringen der hoofdverdieping De vensters der linker travee van de westgevel zijn geblindeerd. Klassieke gevelbekroning met gelede architraaf, vlakke fries, houten kroonlijst op klossen. Later toegevoegde dakkapellen. Verwaarloosd .