Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van de heer J.B. Geeraerts, naar een ontwerp door Winders Frères uit 1887. Het aannemersbedrijf was onder deze naam in Antwerpen actief van 1879 tot 1889, en werd van 1890 tot omstreeks 1908 voortgezet door Alexis Winders. De begane grond werd in 1911 verbouwd tot winkelpui door de bouwmeester-aannemer Jules Mees. Opdrachtgever was de bakker Herman Weber, die gelijktijdig op het aanpalende hoekperceel door Mees een winkelhuis liet optrekken.

Het nieuwbouwpand verving een traditioneel diephuis met topgevel uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw, dat in 1838 in opdracht van de heer Dieden was aangepast door de architect Louis Serrure. In 1871 had J.B. Geeraerts door de architect Jean-Jacques Winders al een winkelpui in second-empirestijl laten aanbrengen.

Rijwoning van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rustte oorspronkelijk op een pui met enkelhuisopstand, schijnvoegen en een hardstenen plint. De winkelpui met zijportaal uit 1911, onderscheidt zich door geblokte hoekpilasters, en houten art-nouveau-schrijnwerk met typische roeden in het bovenlicht. De bovenbouw wordt gemarkeerd door een gevelbreed balkon met voluut- en acanthusconsoles en een gebuikte, gietijzeren borstwering. Rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijstingen met sluitsteen op doorgetrokken imposten; onderdorpels en gietijzeren parapetten accentueren de tweede verdieping. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, casementen in de fries en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging.

Handelshuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, daterend van circa 1880. Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel waarvan venstertraveeën worden opgenomen in licht vooruitspringend risaliet, aansluitend bij de winkelpui op arduinen plint.

Fraaie pui afgelijnd door pilasters met afgeronde bossage, uitlopend op de uitgewerkte balkonconsoles (acanthus- en dropmotief): puilijst met decoratieve spiegels aan weerszij van de bijkomende console.

Rechthoekige bovenvensters, onder meer deurvensters van bel-etage, in omlopende geriemde omlijstingen, onderaan aansluitend bij het houten middenkalf en steunend op geprofileerde imposten. Fraai gewelfd balkonhek van ijzer. Smalle gekrulde leuningen op hoogste verdieping. Gelede architraaf met twee casementen in het fries en kroonlijst op klossen en tandlijst.