Sint-Jacop ()

Traditioneel diephuis van twee traveeën, drie bouwlagen en een insteekverdieping onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), uit het vierde kwart van de 16de eeuw. Jos Thys liet in 1846 de pui met middenportaal door de architect Henri Wiertz aanpassen tot een winkelpui met zijportaal. In opdracht van zijn weduwe werd in 1855 de ordonnantie van de insteek- en bovenverdiepingen gewijzigd van drie naar twee traveeën, met vernieuwing van nagenoeg het volledig metselwerk. Jef Willemsen liet het pand renoveren tot studio’s door de architect L. Theo Van Looij. In een eerste fase naar een ontwerp uit 1972, werd de achterbouw gesloopt en heropgebouwd voor de inplanting van keukens en badkamers. In een tweede fase naar een ontwerp uit 1976, volgde vanaf 1977 de restauratie van de trapgevel, die eind 1975 was gedecapeerd. Het betrof een volledige reconstructie naar het oorspronkelijke beeld van de opstand, waarvan enkel de verweerde geveltop nog min of meer intact was. Wegens het al te ingrijpende karakter van deze ‘restauratie’, werd de bescherming uit 1976 in 1981 opgeheven. In 2005 bouwde de architect Michael Jacobs de geveltop opnieuw op.

De trapgevel van acht treden met een overhoeks topstuk, heeft een parement uit baksteen en witte natuursteen met speklagen, verankerd door smeedijzeren muurankers. De pui, een skeletstructuur van kuiskozijnen met druiplijsten, een zijportaal en een kwarthol geprofileerde plint, is op de hoekpenanten na uitgevoerd in blauwe hardsteen. Op de insteek- en de tweede verdieping alterneren registers van bolkozijnen, met het register van kruiskozijnen van de eerste verdieping, alle met kwartholle posten, negblokken, druiplijsten en wigvormige ontlasting. De tweeledige, door waterlijsten gemarkeerde geveltop wordt in het eerste register geopend door een rechthoekig drielicht met kwartholle posten en druiplijsten, waarvan het bredere en lager geplaatste middenluik zich onderscheidt door een latei op korbelen. Eenzelfde, kleiner luik en een balkgat doorbreken de topgeleding.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1846#305, 1855#390, 18#55271, 18#58709 en 197#20040640.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Jacop [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298800 (geraadpleegd op ).


Traditioneel diephuis ()

Onlangs (einde 1975) gedecapeerde trapgevel van twee traveeën en drie verdiepingen + insteekverdieping onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op de straat).

Baksteenbouw met nog slechts schaarse overblijfselen van zandsteen, onder meer hoekblokken, wigvormig ontlastingssysteem opgenomen in de speklagen.

Behouden muurankers. Rechthoekige vensters met arduinen lekdrempels en lateien onder ontlastingsboog, 19de-eeuwse aanpassingen van de oorspronkelijke kruiskozijnen.

Muuropeningen van de top nog vrij intact bewaard: rechthoekig middenluik met latei op consoles tussen zijvensters met behouden waterlijst.


Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Jacop [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4660 (geraadpleegd op ).