Teksten van Neoclassicistisch herenhuis

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5834

Neoclassicistisch herenhuis ()

Neoclassicistische herenhuis volgens de bouwaanvraag uit 1856 opgetrokken in opdracht van Joseph Van Bellingen. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Later kwam het hotel in het bezit van de advocaat en liberaal politicus Louis Franck (Antwerpen, 1868-Wijnegem, 1937), die het in 1909 door de architect Joseph Hertogs liet uitbreiden aan de tuinzijde. Hij zetelde van 1906 tot 1926 als volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Antwerpen, was minister van Koloniën van 1918 tot 1926, en gouverneur van de Nationale Bank van België van 1926 tot 1937. Vanaf 1910 ijverde Franck met Frans Van Cauwelaert en Camille Huysmans voor de vernederlandsing van de universiteit van Gent. In dit huis werd op 1 maart 1905 de kunstenaarsvereniging Kunst van Heden opgericht. Het pand onderging een grondige renovatie naar een ontwerp uit 2001.

Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de voorname rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een geblokte begane grond rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de twee middentraveeën. Deze worden op de eerste verdieping gemarkeerd door Franse balkons met voluutconsoles, postamenten en een smeedijzeren borstwering. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van steekboogvensters op de begane grond en rechthoekige vensters op de bovenverdiepingen, alle in geriemde omlijsting. Steekboogpoort eveneens in geriemde omlijsting met voluutsleutel in de linker travee, en benedenvensters met lekdrempel op voluutconsoles. Bovenvensters in omlijsting met oren en neuten, op de eerste verdieping geaccentueerd door festoenen, waterlijsten en een gesloten borstwering in de zijtraveeën. Op de tweede verdieping smeedijzeren borstweringen, evenals deze van de balkons met een spiraalpatroon. Een klassiek hoofdgestel met rozetten op de architraaf en een houten kroonlijst met tandlijst op uitgelengde voluutconsoles, waartussen panelen, vormt de gevelbeëindiging. Bewaarde houten inkompoort en vensterschrijnwerk.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1856#582, 1909#461 en 86#10071.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5834 (geraadpleegd op ).


Herenhuis ()

Enkelhuis van vier traveeën, drie bouwlagen en pannen zadeldak, waarvoor bouwaanvraag van 1856. Bepleisterde, beschilderde lijstgevel op sokkel van arduin; benedenverdieping verlevendigd met schijnbossage. Gekorniste puilijst, in tweede en derde travee uitgewerkt als balkonplaat en ondersteund door zware consoles. Dubbel bel-etage-balkon met fraaie gietijzeren leuning tussen pilastervormige postamenten die uitlopen in een fijn kordon. Hetzelfde motief - ijzeren leuning, postamenten, kordon - wordt herhaald voor de vensters van de derde verdieping. Getoogde benedenvensters en -deur; rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting met oren; op de hoofdverdieping verrijkt met sierpaneel en waterlijst. Houten kroonlijst op consoles; recent verhoogd met een dakverdieping.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers D2, 1856, Modern Archief 20.107/2, dossier 582.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/281057 (geraadpleegd op ).