Teksten van Parochiekerk Sint-Andries

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6299

Parochiekerk Sint-Andries ()

Laatgotische kruiskerk met schip en toren uit de eerste helft van de 16de eeuw, transept, hoogkoor en zijkapellen uit de 17de eeuw, en een laat-barokke klokkentoren uit het derde kwart van de 18de eeuw. Begrensd door Waaistraat ten westen, Augustijnenstraat ten noorden en Sint-Andriesstraat ten zuiden, met ingebouwd koor ten oosten. Open grasplein aan de zuidzijde, waarop het beeld van "Netje", figuur uit een roman van Lode Zielens door Leopold Van Esbroeck.

Historiek

Begin 16de eeuw kwamen de augustijnenobservanten van de Saksische Congregatie naar Antwerpen om er een sticht in te planten. Ze verwierven een huis met grond in de Augustijnenstraat, waar in 1513 een kapel gewijd aan de Heilige Drievuldigheid en in 1514 van een klooster werd opgericht. Daar de kapel al vlug te klein was, ging de bouw van een grotere kerk - de huidige Sint-Andrieskerk – van start. In 1522-1523 werd het klooster gesloten, wegens de Lutherse sympathieën van de prior. Bij hun terugkeer naar Antwerpen in het begin van de 17de eeuw, vestigden de augustijnen zich in de Kammenstraat. Na de sluiting van het klooster werd de kerk verder afgewerkt als parochiekerk, en op 6 juni 1529 gewijd aan Sint-Andries, de patroonheilige van het huis van Bourgondië. In 1541 kreeg timmerman Jan Van Tricht opdracht voor het bouwen van de westtoren wat veronderstelt dat de benedenbouw toen reeds bestond. In 1555 werd een loterij ingericht tot financiering van de verdere voltooiing van de kerk, die waarschijnlijk in deze periode zijbeuken en transeptarmen kreeg. In 1559 volgde de voltooiing van de torenkap en de bekroning met een verguld Sint-Andriesbeeld. Na vernielingen in 1566 tijdens de beeldenstorm, moest in 1568 de middenbeuk tot aan het koor worden afgestaan aan de gereformeerden. In 1579 werd een scheimuur gebouwd middenin de kerk, in 1581 gevolgd door afbraak van koor en transeptarmen.

Na het herstel van de katholieke eredienst in 1585, werden meerdere verbouwings- en verfraaiingswerken uitgevoerd: de scheimuur verdween, en de nieuwe kruisbeuk waarvan de eerstesteenlegging plaats vond in 1588, kwam - op de overwelving na - klaar in 1663. Inmiddels was in 1659-1661 de middenbeuk overwelfd. Op de bouw van het nieuwe hoogkoor vanaf 1664, volgden de Sacramentskapel in 1666, en de Onze-Lieve-Vrouwekapel omstreeks 1680, ingewijd in 1683. De overwelving van de dwarsbeuk kwam in 1685-1686 tot stand. Het nieuwe portaal van de zuidelijke zijbeuk dateert van 1730. Bij de instorting van de toren op 30 mei 1755, werden de drie achterste traveeën van de zuidelijke zijbeuk meegesleurd. Een rekwest voor heropbouw werd bij de stadsmagistraat ingediend, en aangevat in 1756 onder leiding van bouwmeester Engelbert Baets, kon de haan in 1763 op de nieuwe toren worden geplaatst. De polygonale koorsluiting kwam tot stand in 1765-1769, samen met de sacristie.

Van 1797 tot 1802 onder het Franse bewind was de kerk gesloten. In 1805 werd het monumentale hoofdaltaar van de Sint-Bernardsabdij in Hemiksem gekocht, en in 1818 kreeg het koor een nieuwe marmeren vloer. Tijdens de bombardementen van 1830 door de Hollanders werd het Sint-Andrieskwartier zwaar geteisterd, en brandde de kerk gedeeltelijk af. De herstellingswerken werden voltooid in 1842. Hetzelfde jaar kreeg de kerk een nieuwe vloer, en vanaf 1855 werden de glas-in-loodramen geplaatst. In 1864-1866 kwam de nieuwe sacristie tot stand, die via een gang door de oude sacristie in verbinding stond met het hoogkoor. In 1874-1877 werden naar ontwerp van de architect François Baeckelmans de neogotische zondagsschool en kerkmeesterskamer tegen de noordelijke zijbeuk opgetrokken.

De oudste restauratieplannen dateren van 1937. De Sint-Andrieskerk liep in 1944-1945 ernstige schade op door het inslaan van vliegende bommen in de onmiddellijke omgeving. In 1961 werd de 18de-eeuwse lantaarn van de toren wegens bouwvalligheid gesloopt. Bij de restauratie die in 1968 van start ging, ontwierp architect Marc De Vooght een nieuwe lantaarn. De overige restauratiewerken - de nieuwe bekleding van de buitengevels, de vervanging van de speklagen in het koor, de nieuwe bedaking, de versteviging en reiniging van de dragende elementen aan de binnenzijde, het opnieuw bepleisteren van de muren en het vernieuwen van de vloeren – werden uitgevoerd onder leiding van architect Guido Derks in 1970-1975. Bouw van een schatkamer aan de noordzijde in 2002.

Architectuur

De plattegrond vertoont een driebeukige, georiënteerde kruisbasiliek. Het schip (1514 en volgende voor de middenbeuk, 1555 en volgende voor de zijbeuken) telt zes traveeën en omvat de westtoren (onderbouw uit de eerste helft van de 16de eeuw, bovenbouw naar ontwerp van Engelbert Baets uit 1763 en nieuwe bekroning naar ontwerp van architect Marc De Vooght uit 1968). De kruisbeuk (1663) heeft een uitstekende travee die schuin afloopt aan de zijde van de Augustijnenstraat. Koor van drie rechte traveeën en een vijfzijdige sluiting (1769); twee zijkoren, namelijk de Sacramentskapel zuidwaarts (1666 en volgende) met driezijdige sluiting en de recht afgesloten Onze-Lieve-Vrouwekapel noordwaarts (gewijd in 1683). De sacristie werd aan de noordzijde tegen schip en transeptarm aangebouwd (1768).

Parement van witte natuursteen voor schip en transept, baksteenbouw met speklagen voor koor en sacristie. Westgevel, zijbeuken en koorsluiting zijn gestut door steunberen van witte natuursteen (zijbeuken) of baksteen met -speklagen (koor). Bedaking met afgewolfde zadeldaken (leien) waarin diverse dakkapelletjes; de lager gebouwde zijbeuken zijn per drie traveeën afgedekt met een afzonderlijk schilddak. Spiegelboogvormig westportaal in geprofileerde omlijsting bekroond met een halfronde nis waarin het hardstenen Sint-Andriesbeeld door Michiel van der Voort (1667-1737); de naam van de heilige is gegrift in de sluitsteen van de deuromlijsting. Toren op vierkante basis geflankeerd door traptorentjes; ongeveer ter hoogte van de daknok voorzien van een hardstenen balustrade waarboven de octogonale lantaarn met koepel en dakruiter; steekboogvensters in de romp, rondboogvensters en oeils-de-boeuf in de bekroning, laatstgenoemde in een bewerkte hardstenen omlijsting. Middenbeuk met stompe spitsboogvensters, zie vroege bouwdatum; zijbeuken met hogere spitsboogvensters in een geprofileerde omlijsting, alle met verschillend hoog-gotisch maaswerk. Transeptarmen met eenvoudige korfboogdeuren in een hardstenen omlijsting met profiel aan de daggen en kleine neuten in het noordportaal. Dakruiter op de kruising. Koor met spitsboogramen. Neogotische zondagsschool en kerkmeesterskamer tegen de noordelijke zijbeuk in de Augustijnenstraat. Afgeschuinde constructie van elf traveeën en één bouwlaag onder een schilddak in bak- en natuursteenbouw met hardstenen plint, gemarkeerd door een puntgevel met spitsboogvensters en een beeldnis in de middenas, en verder kruiskozijnen.

Het interieur van de middenbeuk is afgezet met spitsboogarcades op zuilen van witte natuursteen met een achtzijdig basement en dito koolbladkapiteel. Omlopend triforium - ook in transeptarmen en koor - opengewerkt met divers maaswerk, toegevoegd in 1868 vóór de lage spitsboogvensters. Overwelving met kruisribgewelven op consoles en colonetten, bezaaid met sterren. Zijbeuken, transeptarmen, zijkapellen en koor met hogere spitsboogvensters en zelfde overwelving. Stergewelf boven de viering. Straalgewelf boven de koorsluiting. In het schip en de transeptarmen ribben uit witte natuursteen, in het koor uit blauwe hardsteen.

Mobilair

Schilderijen. Ontmoeting van Abraham en Melchisedech en Het Manna, door Frans Francken de jonge in de Sacramentskapel. Kruisiging van Sint-Andreas, Roeping van Johannes en Andreas en Jezus Verlosser, door Otto Van Veen in het koor. Aanbidding der Wijzen, toegeschreven aan Hendrik Van Balen de oude in het koor. Maagschap van de Heilige Anna, door Marten Pepijn boven Sint-Anna-altaar in de middenbeuk. Calvarieberg (1603), door Frans Francken de oude boven het Heilig-Kruisaltaar in de middenbeuk. Engelbewaarder, door Erasmus Quellinus de jonge in het koor. Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Jozef bij de kribbe, door Erasmus Quellinus de jonge en Christus en de Emmaüsgangers, door Jan Erasmus Quellinus in de Sacramentskapel. Laatste Avondmaal (1687), door Pieter Ykens de oude in de Sacramentskapel. Reeks van zesendertig heiligen, door Theodoor Boeyermans deels in het koor, deels in de zijbeuken. De Werken van Barmhartigheid, door Frans Francken de jonge afkomstig van het kapucinessenklooster. Kruisweg (1844-1857) door Karel Wauters, Jules Romain Pecher, Lambert Mathieu, Jan-Baptist Van Rooy, Alexander Markelbach (2), Edward Dujardin, Karel Verlat (2), Antoon Van Ysendyck, Jozef Correns, Petrus Kremer, Louis Hendrix en Jan Baptist Van Eycken.

Neogotische glas-in-loodramen geplaatst vanaf 1855, deels vernield in 1889 en tijdens de Tweede Wereldoorlog, en telkens vervangen. Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand (1866) in de Onze-Lieve-Vrouwekapel door Henri Dobbelaere, gerestaureerd (1964) door Oscar Calders. Boodschap van Maria (1872), Zwangerschap van Maria (1873) en Geboorte (1879) in de zuidbeuk, Maria Mediatrix (1892) in de Onze-Lieve-Vrouwekapel, Hof van Olijven en Geboorte (1897) in de Sacramentskapel door August Stalins en Alfons Janssens. Opdracht van Maria (1870) en Zwangerschap van Maria (1873) in de zuidbeuk door Jean-Baptiste Bethune. Sint-Andriesraam (1920) in het zuidtransept door het atelier Barry. Geloof, Hoop en De Barmhartige Samaritaan (1964-1965) in het koor, Aanbidding der Herders (1965) en Heilige Drievuldigheid (1966) in de zuidbeuk, Eucharistie (1963), Priesterschap (1963), Heilig Vormsel (1964), Doopsel (1964), Huwelijk (1965), Biecht (1965) en Heilig Oliesel (1966) in noordtransept en noordbeuk door Jan Huet.

Beeldhouwwerk. Epitaaf van Barbara Moubray en Elisabeth Curle (1620), hofdames van Mary Stuart, koningin van Schotland, door Robrecht en Jan Colijns De Nole met op koper geschilderd portret van de onthoofde vorstin naar Frans Pourbus de jonge in de rechter zijbeuk. Witmarmeren Sint-Pietersbeeld (1658) door Artus Quellinus de oude, epitaaf van Petrus Saboth in de viering links. Mater Dolorosa (1666), door Lodewijk Willemsens in de Onze-Lieve-Vrouwekapel.

Meubilair. Hoogaltaar afkomstig van de voormalige Sint-Bernardsabdij van Hemiksem, met de Tenhemelopneming van Maria en de heiligen Bernardus en Robert van Molesme, door Pieter Verbruggen de Oude en Willem Ignatius Kerricx. Koorgestoelte afkomstig van het klooster der paters augustijnen, door Pieter Verbruggen de oude. Sacramentsaltaar en biechtstoel in de Onze-Lieve-Vrouwekapel, door Lodewijk Willemssens. Heilig-Kruisaltaar (1664-1665), door Cornelis Van Mildert, met altaartuin (1671-1672) door Jan en Jan Antoon van den Cruyce in de middenbeuk rechts. Sint-Anna-altaar (1663), door Jan Van den Cruyce met altaartuin toegeschreven aan Michiel van der Voort de oude in de middenbeuk links. Onze-Lieve-Vrouwealtaar (1729), door Willem Ignatius Kerricx. Orgelkast (1778), door Engelbert Baets en orgel (1791), door Egidius Van Peteghem. Preekstoel (1821) met de roeping van de apostelen Andreas en Petrus, door Jan Baptist Van Hool en Jan Frans Van Geel.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1874#1000.
  • DERKS G. 1975: Brochure met Historisch overzicht en catalogus van de kunstschatten, Antwerpen.
  • DIERCKXSENS M. 1976: Sint-Andrieskerk, Antwerpen, juli 1976, 62-67.
  • MANNAERTS R. 2013: Sint-Andries. De Antwerpse Sint-Andrieskerk, een openbaring, Antwerpen (online geraadpleegd op 28 juni 2018).
  • PONS 1926-1927: Mon vieux quartier Sint-André. L'église parossiale de Saint-André, La Métropole, 12, 19, 25-26 december, 1-2 januari.
  • S.N. 1975: Antwerpen die Scone, nummer 5.
  • VISSCHERS P. 1853: Geschiedenis van Sint-Andrieskerk te Antwerpen 3 delen, Antwerpen.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Andries [online], https://id.erfgoed.net/teksten/297629 (geraadpleegd op ).


Parochiekerk Sint-Andries ()

Begrensd door Waaistraat (in het westen), Augustijnenstraat (in het noorden) en Sint-Andriesstraat (in het zuiden) en ingebouwd koor (in het oosten); noordgevel met aangebouwde sacristie, zuidgevel met open grasplein waarin beeld van "Netje", figuur uit een roman van L. Zielens door W. Van Esbroeck.

Begin 16de eeuw kwamen de augustijnenobservanten van de Saksische Congregatie naar Antwerpen om er een sticht in te planten. Ze verwierven een huis met grond in de Augustijnenstraat; 1513: oprichting van een kapel, 1514 van een klooster. Daar de kapel al vlug te klein was werd met de bouw van een grotere kerk - de huidige Sint-Andrieskerk - begonnen. 1522: sluiting van het klooster wegens de Lutherse sympathieën van de eerste priors. Begin 17de eeuw terugkeer van de augustijnen naar Antwerpen en vestiging in de Kammenstraat (zie Kammenstraat, Sint-Augustinus). Sint-Andrieskerk bleef behouden als parochiekerk. 6 juni 1529: wijding (Sint-Andries = patroonheilige van het huis van Bourgondië). 1541: opdracht gegeven aan timmerman Jan Van Tricht voor het bouwen van de westtoren wat veronderstelt dat de benedenbouw reeds bestond 1555: inrichting van een loterij tot verdere afbouw van de kerk; waarschijnlijk dateren de zijbeuken van toen, alsook de transeptarm. 1559: voltooiing van de torenkap en bekroning met een verguld Sint-Andriesbeeld. Nieuwe wijding na de beeldenstorm (1566). 1568: de middenbeuk tot aan het koor moest worden afgestaan aan de gereformeerden; 1579: bouw van een scheimuur middenin de kerk gevolgd door afbraak van koor en transeptarm. Nieuwe wijding in 1585; verschillende verbouwings- en verfraaiingswerken werden uitgevoerd: de scheimuur werd gesloopt en de nieuwe kruisbeuk waarvan eerste steenlegging in 1588, kwam - op de overwelving na - klaar in 1663. 1664 en volgende bouw van het nieuwe hoogkoor, 1666 van de sacramentskapel en circa 1680 van de Onze-Lieve-Vrouwekapel (wijding in 1683). Nieuw portaal van de zuidelijke zijbeuk van 1730. 30 mei 1755: ineenstorting van de toren waarbij de drie achterste traveeën van de zuidelijke zijbeuk werden meegesleurd. Een rekwest voor opbouw werd bij de magistraat ingediend en in 1763 kon de haan op de nieuwe toren worden geplaatst naar ontwerp van Engelbertus Baets. De sacristie dateert van 1768, de voltooiing van het hoogkoor van 1769. Van 1797 tot 1802 - Franse overheersing - was de kerk gesloten. 1805: aankoop van het monumentale hoofdaltaar afkomstig van de Sint-Bernardsabdij. 1818: nieuwe marmeren vloer in het koor. Tijdens de bombardementen van 1830 door de Hollanders werd heel het Sint-Andrieskwartier zwaar geteisterd; de kerk werd gebombardeerd en brandde gedeeltelijk af. Herstellingswerken voltooid in 1842. Hetzelfde jaar werd een nieuwe vloer in de kerk gelegd en van 1845 tot 1858 werden glasramen geplaatst. sindsdien zijn er geen belangrijke wijzigingen meer te noteren. Oudste restauratieplannen van 1937; het daaropvolgende jaar werd de kerk als monument beschermd (K.B. van 25 maart 1938). Ernstige beschadigingen aangericht door het inslaan van enkele bommen in de onmiddellijke omgeving (1944-45). 1961: sloping van de toren wegens bouwvalligheid.

De restauratie van de toren - waarbij bekroning naar nieuw ontwerp - aangevat in 1968 door architect M. De Vooght; de overige restauratiewerken - zijnde nieuwe bekleding van de buitengevels, vervanging van de speklagen in het koor, nieuwe bedaking, versteviging en reiniging van de dragende elementen aan de binnenzijde, herbepleistering van de muren en vernieuwing van de vloeren - uitgevoerd onder leiding van architect G. Derks in 1970 en volgende. Overwegend opgevat in een hooggotische stijl met torenbekroning in een overgangsstijl van laat-barok en rococo naar streng classicisme.

De plattegrond vertoont een driebeukige georiënteerde kruisbasiliek. Het schip (1514 en volgende voor de middenbeuk, 1555 en volgende voor de zijbeuken) telt zes traveeën en omvat de westtoren (onderbouw uit de eerste helft van de 16de eeuw, bovenbouw naar ontwerp van Engelbert Baets 1763 en nieuwe bekroning naar ontwerp van architect M. De Vooght 1968); de kruisbeuk (1663) heeft een uitstekende travee die schuin afloopt aan de zijde van de Augustijnenstraat; koor van drie rechte traveeën en een vijfzijdige sluiting (1769 en volgende); twee zijkoren, namelijk de Sacramentskapel. Zuidwaarts (1666 en volgende) met driezijdige sluiting en de recht afgesloten Onze-Lieve-Vrouwekapel noordwaarts (gewijd in 1683). De sacristie werd aan de noordzijde tegen schip en transeptarm aangebouwd (1768). Parement van witte natuursteen voor schip en transept, baksteenbouw met speklagen voor koor en sacristie. Westgevel, zijbeuken en koorsluiting zijn gestut door steunberen van witte natuursteen (zijbeuken) of baksteen met -speklagen (koor). Bedaking met afgewolfde zadeldaken (leien) waarin diverse dakkapelletjes; de lager gebouwde zijbeuken zijn per drie traveeën afgedekt met een afzonderlijk schilddak. Spiegelboogvormig westportaal in geprofileerde omlijsting bekroond met halfronde nis waarin hardstenen Sint-Andriesbeeld door Michiel Van der Voort (1667-1737); de naam van de heilige is gegrift in de sleutel van de deuromlijsting. Toren op vierkante basis geflankeerd door traptorentjes; ongeveer ter hoogte van de daknok voorzien van een arduinen balustrade waarboven octogonale lantaarn met koepel en dakruiter; segmentboogvensters in de romp, rondbogige en oeils-de-boeuf in de bekroning; laatstgenoemde in bewerkte hardstenen omlijsting. Middenbeuk met stompe spitsboogvensters, zie vroege bouwdatum; zijbeuken met hogere spitsboogvensters in geprofileerde omlijsting, alle met verschillend hoog-gotisch maaswerk. Transeptarmen met eenvoudige korfboogdeuren in hardstenen omlijsting met profiel aan de daggen en kleine neuten in het noordportaal. Dakruiter op de kruising. Koor met spitsboogramen. Inwendig: middenbeuk afgezet met spitsboogarcades op zuilen van witte natuursteen met achtzijdig basement en dito koolbladkapiteel; omlopend triforium - ook in transeptarmen en koor - opengewerkt met divers maaswerk: lage spitsboogvensters. Overwelving met kruisribgewelven op consoles en colonetten, bezaaid met sterren. Zijbeuken, transeptarmen, zij kapellen en koor met hogere spitsboogvensters en zelfde overwelving. Stergewelf boven de viering. Straalgewelf boven de koorsluiting. (In schip en transeptarmen ribben van witte natuursteen, in koor van blauwe).

Mobilair. Schilderijen: Ontmoeting van Abraham en Melchisedech en Het Manna, door Ambrosius Francken (1544-1618) in de Sacramentkapel; Piëta, door Wenzel Cobergher (1557-1635) in de Onze-Lieve-Vrouwekapel; Kruisiging van Sint-Andreas, Roeping van Johannes en Andreas en Jezus Verlosser, door Otto Van Veen (1560-1629) in het koor; Aanbidding der Wijzen, kopij naar Hendrik Van Balen I (1575-1632) in de Onze-Lieve-Vrouwekapel; Opvoeding van Onze-Lieve-Vrouw, door Marten Pepijn (1575-1643) boven Sint-Anna-altaar in de middenbeuk; Calvarieberg, door Frans Francken II (1581-1642) boven het Heilig Kruisaltaar in de middenbeuk; Opvoeding van Onze-Lieve-Vrouw, door Geeraard Zeegers (1591-1651) in de Onze-Lieve-Vrouwekapel; Maria met kind en Sint-Jan, door de school van Antoon Van Dijck (1599-1641) in de Onze-Lieve-Vrouwekapel; Engelbewaarder, Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Jozef bij de kribbe, Christus en de Emmaüsgangers, door Erasmus Quellin de Oudere (1607-78) respectievelijk in het koor en in de Sacramentskapel; De reeks van de zesendertig heiligen, door Th. Boeyermans en andere (1620-78) deels in het koor, deels in de zijbeuken; Kruisweg door de school van Karel Verlat (1845-57). Neogotische glasramen geplaatst in 1854-58, deels beschadigd in de oorlog en vervangen door moderne naar ontwerp van van Jan Huet (1963).

Beeldhouwwerk: Monument opgericht ter nagedachtenis van Mary Stuart, koningin van Schotland, door Robrecht en Jan De Nole (1620) met op koper geschilderd portret door Frans Pourbus de Jonge (1569-1622) in de rechter zijbeuk; witmarmeren Sint-Pietersbeeld door Artus Quellin I (1658) in de viering links.

Meubilair: Hoogaltaar afkomstig van de voormalige Sint-Bernardsabdij, en koorgestoelte afkomstig van het klooster der paters augustijnen, beide door Pieter Verbruggen de Oude (1615-68); Sacramentsaltaar en biechtstoel in de Onze-Lieve-Vrouwekapel, door L. Willemssens (1630-1703); Heilig Kruisaltaar, door Cornelis Van Mildert (1664) in de middenbeuk rechts; Sint-Anna-altaar, door Jan Van de Cruyce (1674) in de middenbeuk links; Onze-Lieve-Vrouwealtaar, door Peeter Vervoort en Willem Kerrickx, vader en zoon (1729); Orgelkast, door Engelbert Baets (1779); Preekstoel door J. B. Van Hool en J. F. Van Geel (1821).

  • DERKS G. 1975: Brochure met Historisch overzicht en catalogus van de kunstschatten, Antwerpen.
  • DIERCKXSENS M. 1976: Sint-Andrieskerk, Antwerpen, juli 1976, 62-67.
  • PONS 1926-1927: Mon vieux quartier Sint-André. L'église parossiale de Saint-André, La Métropole, 12, 19, 25-26 december, 1-2 januari.
  • S.N. 1975: Antwerpen die Scone, nummer 5.
  • VISSCHERS P. 1853: Geschiedenis van Sint-Andrieskerk te Antwerpen 3 delen, Antwerpen.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Andries [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6299 (geraadpleegd op ).