Herenhuis in neoclassicistische stijl, te dateren omstreeks 1875. De gevel werd in 1904 door Henri Fr. Gittens, vermoedelijk een architect in overheidsdienst, voor eigen rekening verrijkt met het huidige stucdecor en de erker in beaux-artsstijl. Uit juni 1914 dateert een ontwerp van de architect Eugène Geefs, voor de bouw van een eenbeukige, neogotische kapel op de binnenplaats, in opdracht van de Soeurs du Bon Secours de Troyes. Dit project kwam allicht vanwege de oorlogsomstandigheden te vervallen; in 1929 werd een kapel ingericht in een achtervleugel van het complex.

Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen en stafwerkfries op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, in geriemde omlijsting met sluitsteen. Het oorspronkelijke balkon in de twee rechter traveeën van de eerste verdieping, werd in 1904 als basis gebruikt voor de rechthoekige houten erker, met een extra console in de middenas. Klassiek hoofgestel met guirlandefries en houten kroonlijst op klossen en tandlijst. De smeedijzeren vleugeldeur van de koetspoort in de tweede travee, dateert vermoedelijk eveneens uit 1904.

Plattegrond en indeling beantwoorden vermoedelijk nog aan de situatie zoals oorspronkelijk gebouwd. Op de begane grond wordt de vestibule links geflankeerd door de spreekkamer, de traphal en de keuken, en rechts door de enfilade van salon, eetkamer en veranda, waarop het in 1929 tot kapel omgevormde bijgebouw haaks aansluit.

Dubbelhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak; neoclassicistische stijl met neo-Lodewijk XVI-inslag, uit laatste kwart 19de of eerste kwart 20ste eeuw, zie erker met festoenen, bewerkte consoles en stucwerkfries met guirlandes.